Arabisch 3 intensief les 3 – 23 april

We hebben het huiswerk nagekeken (les 9 oefening 6 en oefening 2). Belangrijke zinnen:
Oefening 6 (p. 180):
13. أخـــَــذَ (nemen) act.dw آخـــِــذ (nemer) pas.dw مـــَــأخـــُــوذ (genomen)
15. ســـَــأَلَ (vragen) act.dw ســـَــائـــِــل / ساءل (vrager) pas.dw مـــَــســـْــؤُول (gevraagd)
De regel die hierbij (15) van toepassing is: bij een kasra moet de hamza door een ي worden gedragen. Bij een damma moet de hamza door een و gedragen worden. Zie ook zin 22. Zie ook tabel 15 en 17 in de basiswoordenlijst (helemaal achterin).
22. قَـــَــرَأ (eten) act.dw قـــَــارِئ (lezer) pas.dw مـــَــقـــْــروء (gelezen)
Voor werkwoorden die eindigen met een أ is de vervoeging zoals hierboven bij قَـــَــرَأَ.

We hebben tijdens de les de meervouden van les 10 in het boek (boek 2) doorgenomen. De categorieën zijn ingedeeld op de manieren waarop het meervoud eruitziet (dus niet op de vorming van het enkelvoud). Categorie 4, 5, 9, 10, 11, 12, 13 zijn diptotisch, vandaar dat er maar 1 damma of 1 fatha is).

Het verschil tussen het woord مـــَــســـْــجـــِــد en جـــَــامـــِــع : beiden betekenen moskee. De مـــَــســـْــجـــِــد is de gebedsruimte, inclusief wasruimte (afgeleid van ســـَــجـــَــد bidden), de جـــَــامـــِــع is de gehele moskee, inclusief feestzaal, vergaderruimte, gebedsruimte etc. (afgeleid van َجـــَــمـــَــع optellen; het is dus de plek waar je samenkomt).

Huiswerk
Voor volgende keer moeten we alle zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden uit de grijze blokken uit boek 1 indelen in de categorieën uit les 10 (boek 2). De regelmatige meervouden hoef je niet in te delen. Valt een woord niet onder de 13, maar dan een of meerdere nieuwe categorieën.