ForumArabisch.nu | مـعـهــد الـعـربـيـة الآن
Deze ruimte is bedoeld voor vragen en antwoorden over huiswerk en behandelde stof van studenten net zoals docent.
Andere zaken kunt u in het gastenboek schrijven.
Het vorige gastenboek kunt u hier vinden.
16:51
08/01/2020
Hallo allemaal,
Ik mag jullie de komende maanden voorzien van de wekelijkse samenvattingen van de behandelde theorie en natuurlijk het huiswerk!
Theorie:
- Ontkenning -
De theorie deze week ging over ontkenningen.
Je moet jezelf altijd eerst afvragen: 'Wat ontken ik?' --> Als dit een werkwoord in de verleden tijd is, dan gebruik je het woord 'ma' (ما). En als het een werkwoord in de tegenwoordige tijd is, dan gebruik je het woord 'la' (لا). En als het werkwoord in de toekomende tijd is, dan gebruik je het woord (لَنْ). Voorbeeld:
> 'Hij dronk geen wijn' = مَا شَرِبَ خَمْراً
> 'Hij drinkt geen wijn' = لاَ يَشْرَبُ خَمْراً
> 'Hij zal geen wijn drinken' =لَنْ يَشْرَبُ خَمْراً
'Wat ontken ik?' --> Als dit een bijvoeglijk naamwoord is, dan gebruik je in de tegenwoordige tijd het woord laysa (ليس) (de mannelijke vorm) en laysat (ليست) (de vrouwelijke vorm). Als het een bijvoeglijk naamwoord is in de verleden tijd, dan gebruik je het woord ma kana (مَا كَانَ). Voorbeeld:
> De man is niet lelijk = لَيْسَ الرَّجُلُ قبيحًا
> De man was niet lelijk = مَا كَانَ الرَّجُلُ قبيحًا
- volgorde van de woorden in een zin -
De gangbare volgorde om in het Arabisch een zin te maken is:
1. werkwoord (pv.) 2. onderwerp 3. lijdend voorwerp 4. meewerkend voorwerp 5.overige
Vb. وضع الكاتب الكتاب على المائدة - De schrijver legde (heeft gelegd) het boek op de tafel.
> Als er in de zin een tijdsbepaling staat, dan begin je de Arabische zin met de tijdbepaling.
> Als een zin een vraag partikel/vragend voornaamwoord heeft, dan komt die ook aan het begin van de zin.
> Het vragen voornaamwoord komt voor de tijdsbepaling in de zin!
- Het geheim van Khaled -
De Arabische woorden kun je in 3 categorieën delen:
1. Naamwoorden - deze zijn onder te verdelen in zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Deze kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn en ook nog enkelvoud, tweevoud of meervoud zijn.
2. Vervoegingen van de werkwoorden - deze zijn verleden tijd (blz. 97), tegenwoordige tijd (blz. 150) of toekomende tijd (blz. 153).
3. Letters - deze staan altijd vast en veranderen (de hulptekens op de laatste letter) niet met verleden tijd of tegenwoordige tijd. VB. op, dus, dan, ook etc.
Om te bepalen hoeveel en welke hulptekens een znw of bijv. nw. nodig heeft stel je deze twee vragen:
> 'Hoeveel hulptekens?'
Als het zelfstandig naamwoord of het bijvoeglijk naamwoord of onbekend of onbepaald of heeft het lidwoord van bepaaldheid (ال) niet!, dan zijn het twee hulptekens.
> 'Welke hulptekens?'
1. Als het znw/bijv. nw. - het onderwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde is, dan is het damma
2. Als het znw/bijv. nw. - een lijdend voorwerp, het onderwerp van de zinnen van (إنّ) en haar zusjes, het naamwoordelijk deel van het gezegde van de zinnen van (كان) en haar zusjes of bijwoordelijke (tijds)bepalingen is, dan is het fatha
3. Als het znw/bijv. nw. - na een voorzetsel of in de zinnen van (VAN) constructie (bezittelijk) komt, dan is het een kasra
--> Voor meer informatie zie 'het geheim van Khaled' op https://leren.arabisch.nu/stude.....beginners/
- 'VAN-constructie' -
Het is een bezitsconstructie. Vb. Het hart van de jongen (قلب الــولــد.) --> het woord 'hart' heeft geen lidwoord van bepaaldheid. Dit zit bij het woord jongen, omdat het hart toebehoort aan de jongen. Dus het hart is VAN de jongen! Het woord 'hart' krijgt een damma en het woord 'jongen' krijgt een kasra als hulptekens.
Nog een voorbeeld is: 'De hond van het meisje' (كلب الــبــنــت). --> het woord 'hond' heeft geen lidwoord van bepaaldheid. Dit zit bij het woord meisje, omdat de hond toebehoort aan het meisje. Dus de hond is VAN het meisje! Het woord 'hond' krijgt een damma en het woord 'meisje' krijgt een kasra als hulptekens.
Huiswerk:
- Maak oefening 2 op bladzijde 144
- Zeven zinnige zinnen
Dit was het voor de theorie en het huiswerk!
Succes met het huiswerk en dan zie ik jullie volgende week weer!
Groetjes,
Merel
12:23
08/01/2020
Hallo allemaal,
Hier is een nieuwe samenvatting van de behandelde theorie en natuurlijk het huiswerk. En let op! Volgende week (25/02) hebben wij geen lees!
Theorie:
In de afgelopen les is geen nieuwe theorie aan bod gekomen, maar zijn wij verder gegaan met de ontkenning van de drie naamvallen van het enkelvoud (blz. 102 t/m 104).
Wat voornamelijk belangrijk is, is 'het geheim van Khaled' om te weten 'hoeveel' en 'welke' hulptekens een znw of bijv. nw nodig heeft!
Om te bepalen hoeveel en welke hulptekens een znw of bijv. nw. nodig heeft stel je deze twee vragen:
1. 'Hoeveel hulptekens?'
Als het znw/bijv. nw. - onbekend/onbepaald is of als znw/bijv. nw. het lidwoord van bepaaldheid (ال) niet! heeft, dan zijn het twee hulptekens.
2. 'Welke hulptekens?'
Welke hulptekens je moet gebruiken hangt af van of het zwn of bijv. nw 1e, 2e of 3e naamval is:
> 1e naamval enkelvoud - De eerste naamval geeft het onderwerp of het gezegde in een zin aan.
--> Als het znw/bijv. nw. - het onderwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde is, dan is het damma
> 2e naamval enkelvoud - De tweede naamval tref je aan in bezitsconstructies (Vb. VAN-constructie) of na een voorzetsel.
--> Als het znw/bijv. nw. - na een voorzetsel of in de zinnen van (VAN) constructie (bezittelijk) komt, dan is het een kasra
> 3e naamval enkelvoud - De derde naamval wordt gebruikt als lijdend voorwerp, als bijwoordelijk bepaling, als naamwoordelijk deel van het zegde van de zinnen van (كان) en haar zusjes, of na bepaalde voegwoorden die een naamwoordelijke zin inleiden (denk aan van de zinnen van (إنّ) en haar zusjes). Let op! Na (إنّ) en haar zusjes komt er altijd een zelfstandig naamwoord (znw) of voornaamwoord (vnw) in de zin. En pas na het znw of vnw komt het werkwoord (ww) in de zin.
--> Als het znw/bijv. nw. - een lijdend voorwerp, het onderwerp van de zinnen van (إنّ) en haar zusjes, het naamwoordelijk deel van het gezegde van de zinnen van (كان) en haar zusjes of bijwoordelijke (tijds)bepalingen is, dan is het fatha
--> Voor meer informatie zie 'het geheim van Khaled' op https://leren.arabisch.nu/stude.....beginners/
Dit was het voor de theorie van de week!
Huiswerk:
Alle oefeningen komen uit/zijn te vinden in les 6 (blz. 108 t/m 112).
- Oefening 12 (blz. 112) --> vertalen naar het Nederlands en de vertaling mailen meneer Khaled
- Oefening 6 (blz. 109) --> vertalen naar het Nederlands en de vertaling mailen meneer Khaled
- Oefening 7 (blz. 109-110)
- Oefening 5 (blz. 108)
- Oefening 10 (blz. 111) --> maak deze oefening op papier met twee lijnen
- Oefening 9 (blz. 110 --> vertaal deze oefening naar het Arabisch en dit bespreken wij in de les
- Oefening 8 (blz. 110) --> zet op iedere letter (waar nodig) de hulpteken(s) in een andere kleur pen, dan de kleur pen waar je mee schrijft en gebruik ook niet in de kleur rood!
Veel succes met het huiswerk en dan zie ik jullie over twee weken (3/03) weer!
Groetjes,
Merel
12:27
08/01/2020
Hallo allemaal,
Deze week is er een kleine samenvatting, aangezien er niet veel theorie is besproken.
- Theorie-
Bij het maken van alle (huiswerk) oefeningen, volg altijd de volgende stappen:
1. Lezen
2. Vertaal naar het Nederlands
3. Beantwoord, corrigeer, vul in of doe wat de oefening van je vraagt
4. Vertaal de oefening terug naar het Arabisch
Als je deze stappen volgt, dan gaat de oefening nooit fout.
Inna en haar zusjes
Betekenis van 'inna is: zeker, echt waar, als het om religieuze teksten gaat is het 'voor waar' of je vertaalt het niet.
Betekenis van 'anna is: dat (ik hoor dat, ik zie dat, ik zeg dat, ik weet dat).
Er is een verschil tussen: ‘wat heeft hij gezegd’ en ‘wat hij zei’. Zie het voorbeeld:
- (Echt waar) het meisje is lang = إِنّ البىت طويلة
- Hij zei dat het meisje lang is = قال أَنّ البىت طويلة
- Hij zei:'(echt waar) het meisje is lang' = "قال: " إِنّ البىت طويلة
De eerste zin begint met 'inna ( إِنّ ), omdat de zin nooit met 'anna ( أَنّ ) mag beginnen. De tweede zin begint met 'anna ( أَنّ ). En de derde zin begint met 'inna ( إِنّ ), omdat het hier om een uitspraak van iemand gaat.
- Huiswerk-
Het huiswerk is hetzelfde als vorige week, maar maak af wat nog niet af is
Alle oefeningen komen uit/zijn te vinden in les 6 (blz. 108 t/m 112).
- Oefening 12 (blz. 112) --> vertalen naar het Nederlands en de vertaling mailen meneer Khaled
- Oefening 6 (blz. 109) --> vertalen naar het Nederlands en de vertaling mailen meneer Khaled
- Oefening 7 (blz. 109-110)
- Oefening 5 (blz. 108)
- Oefening 10 (blz. 111) --> maak deze oefening op papier met twee lijnen
- Oefening 9 (blz. 110 --> vertaal deze oefening naar het Arabisch en dit bespreken wij in de les
- Oefening 8 (blz. 110) --> zet op iedere letter (waar nodig) de hulpteken(s) in een andere kleur pen, dan de kleur pen waar je mee schrijft en gebruik ook niet in de kleur rood!
- Zeven Zinnige Zinnen
Succes deze week en ik zie jullie volgende week weer!
Groetjes,
Merel
16:16
08/01/2020
Hallo allemaal,
Deze week is er weer een nieuwe samenvatting! En natuurlijk huiswerk.
-Theorie-
Inna en haar zusjes
Wanneer gebruik je Lakin ( لكن ) of Lakinna ( لكنَّ )?
> Je gebruikt Lakin ( لكن ) voor een werkwoord of letters in een zin
> Je gebruikt Lakinna ( لكنَّ ) voor zelfstandige naamwoorden of voornaamwoorden in een zin
* 'Inna en haar zusjes' zijn letters.
* 'Kana en haar zusjes' zijn werkwoorden. Deze kun je wel vervoegen, maar 'inna en haar zusjes niet.
Nisba-vormen (blz. 124-126, les 7)
Van de meeste zelfstandige naamwoorden en andere naamwoorden kun je een afgeleid bijvoeglijk naamwoord maken. Dit noem je nisba-vormen. De nisba-vormen worden met name gebruikt voor geografische afleidingen, abstracte termen en bijvoeglijke naamwoorden die in betekenis verwant zijn met Nederlandse woorden die eindigen op o.a. "-lijk", "-isch", "-achtig", "-tig".
Je hebt de mannelijke en de vrouwelijke nisba-vorm. De mannelijke vorm is de 'stam' + يّ. En de vrouwelijke vorm is de 'stam' + يّة. Een voorbeeld is:
Stam-woord: Libanon = لبنان
Mannelijke vorm: Libanees (m) = لبنانيٌّ
Vrouwelijke vorm: Libanees (v) = لبنانيّةٌ
Bijzonderheden van de nisba:
- Draagt een land een lidwoord ( ال ), dan valt dit bij de vervoegingen voor de mannelijke en vrouwelijke vorm weg.
- Als de naam van het land eindigt op een ة , ية , ا , يا , dan vallen deze weg en maak je de nisba vorm door een ي te plaatsen achter de letter die voor ة , ية , ا , يا staat.
-Huiswerk-
- Oefening 1 (blz 128, les 7)
- Oefening 2 (blz 129, les 7)
- Zeven Zinnige Zinnen
Succes met het huiswerk en ik zie jullie hopelijk volgende week weer!
Groetjes,
Merel
13:26
08/01/2020
Hallo allemaal,
Na een lange tijd mag ik weer een samenvatting voor jullie schrijven!
- Theorie-
Holle werkwoorden
Als je een Arabisch woord wilt zoeken in het woordenboek en het niet kunt vinden, dan ga je zoeken op de R2 van de losse vorm (infinitief). Voorbeeld: zoals bij het werkwoord 'zeggen' (قال). Hier is de losse vorm = R1 de 'qaf' (ق), R2 de 'alif' (ا) en R3 de 'lam' (ل). Mocht je قال niet kunnen vinden met R2 'alif' (ا), dan kun je of de 'waw' (و) of de 'ya' (ي) gebruiken om het woord te zoeken. Holle werkwoorden kun je altijd zoeken door de drie vormen: 'alif' (ا), 'waw' (و) of de 'ya' (ي) te gebruiken.
Verandering van tekens na كـان en haar zusters en إنّ en haar zusters
(zie https://leren.arabisch.nu/stude.....beginners/ en dan 'Kaana en haar zusters & Inna en haar zusters')
Welke hulptekens je moet gebruiken in een Arabische zin (zie het geheim van Khaled), hangt af van het soort zin. Zie onderstaand voorbeeld:
Voorbeeld 1 - mannelijke vorm
- Standaard zin
De jongen is lang = الولد طويل , krijgt de hulptekens = الولدُ طويلٌ
- Een zin na إنّ en haar zusters
... dat de jongen lang is = إِنّ الولد طويل , krijgt de hulptekens = إِنّ الولدَ طويلٌ
Dit is omdat Inna en het zusters alleen betrekking heeft op het onderwerp in de zin en niet op het naamwoordelijk deel van het gezegde.
- Een zin na كـان en haar zusters
De jongen was lang = كَـانَ الولد طويل , krijgt de hulptekens = (كَـانَ الولدُ طويلً + ا (كَـانَ الولدُ طويلًا
Dit is omdat Kana en haar zusters alleen betrekking heeft op het naamwoordelijk deel van het gezegde en niet op het onderwerp. Let op! Bij een dubbele fatha komt er altijd aan alif achter het woord. Behalve als het woord eindigt op een: ة ,اء ,ى --> hier komt nooit een alif achter!
Voorbeeld 2 - vrouwelijke vorm
- Standaard zin
Het meisje is mooi = البنت جميلة , krijgt de hulptekens = البنتُ جميلةٌ
- Een zin na إنّ en haar zusters
... dat het meisje mooi is = إِنّ البنت جميلة , krijgt de hulptekens = إِنّ البنتَ جميلةٌ
Dit is omdat Inna en het zusters alleen betrekking heeft op het onderwerp in de zin en niet op het naamwoordelijk deel van het gezegde.
- Een zin na كـان en haar zusters
Het meisje was mooi = كَـانَتْ البنت جميلة , krijgt de hulptekens = كَـانَتْ البنتُ جميلةً
Dit is omdat Kana en haar zusters alleen betrekking heeft op het naamwoordelijk deel van het gezegde en niet op het onderwerp. Let op! Bij een dubbele fatha komt er altijd aan alif achter het woord. Behalve als het woord eindigt op een: ة ,اء ,ى --> hier komt nooit een alif achter!
- Huiswerk-
- Maak 5 zinnen bij elke zin zoals in voorbeeld 1 - mannelijke vorm --> dus 5 zinnen bij de standaard vorm, 5 zinnen bij inna en haar zusters en 5 zinnen bij kana en haar zusters
- Maak 5 zinnen zoals het voorbeeld 2 - vrouwelijke vorm --> dus 5 zinnen bij de standaard vorm, 5 zinnen bij inna en haar zusters en 5 zinnen bij kana en haar zusters
- Zeven Zinnige Zinnen
Succes met het huiswerk en ik zie jullie volgende week weer!
Groetjes,
Merel
Kijktip: De film 'The Professor and the Madman' te vinden op Netflix!
16:54
08/01/2020
Hallo allemaal,
Deze week is er weer een nieuwe samenvatting!
- Theorie-
Actief deelwoord
Stappenplan:
Stap 1. Bij het actief deelwoord begin je met het werkwoord, dus weer de R1, R2 en R3.
Stap 2. Daarna stel je de vraag: 'Wie doet het (werkwoord)?'. Om dit te weten te komen, komt er altijd een 'alif' (ا) bij de R1 en een 'kasra' bij de R2.
Stap 3. De laatste vraag is: 'Waar maakt of doet die persoon het werkwoord?'. Om dit te weten te komen, komt er altijd een 'mim' (م) voor het werkwoord met een met een 'fatha' en een 'sukun' op de R1.
Dan krijg je het volgende schema:
Werkwoord --> Stap.1 Stap.2 Stap.3
Schrijven/Katiba: مَكْتَب ,كاتِب ,كتب
Studeren/darasa: مَدْرَسَة ,دارِس ,درس
-Huiswerk-
- Zet de werkwoorden op blz 97, 98,99 in een tabel zoals hierboven. En zoek ook de betekenis in het Nederlands.
- Zeven Zinnige Zinnen
Succes met het huiswerk en tot volgende week!
Groetjes,
Merel
20:51
08/01/2020
Hallo allemaal,
Er is weer een nieuwe samenvatting deze week!
-Theorie-
Dubbele alif
Als de R2 een 'alif' (ا) is , zoals bij sommige actieve deelwoorden, dan krijg je een dubbele 'alif' (ا) bij stap 2 - Wie doet het (werkwoord)?'. Bij stap 2 komt er standaard een 'alif' (ا) na de R1. Als de R2 ook een 'alif' is, dan krijg je een dubbele 'alif'. In dit geval wordt de tweede 'alif' van de R2 een 'ya' (ي) die de 'hamza' draagt. Dat ziet er zo uit: ئـ. Een voorbeeld is het werkwoord سَأَلَ (sa'ala-vragen). Als je wilt weten wie het werkwoord doet, komt er altijd een 'alif' (ا) bij de R1 en een 'kasra' bij de R2. Dan wordt de schrijfwijze سا ئِـل.
Persoonlijke voornaamwoorden
Het persoonlijk voornaamwoord kan in het Arabisch een los woord zijn, maar in de meeste gevallen is het een achtervoegsel bij een werkwoord, voorzetsel of zelfstandig naamwoord. Zie tabel bij 7.4.1 op blz 119 voor alle achtervoegsels (suffix).
Dan is er de regel van het 'Sterren-hotel'. Deze regel moet je gebruiken bij de zeven uitzonderingen (blz.121-122) van de persoonssuffix. De regel is:
* = Fatha (اَ)
** = Damma (اُ)
*** = Kasra (اِ)
**** = Alif (ا)
***** = Waw (و)
****** = Ya (ي)
De fatha heeft een ster en is dus zwakker dan alle andere. En de damma is weer zwakker dan de kasra, etc.
Voorbeeld: 'اَنا عَلَى بَيْتِهِ' - ik ben in zijn huis. Volgens het 'Geheim van Khaled' is '(zijn) huis' het naamwoordelijk deel van het gezegde. Het naamwoordelijk deel van het gezegde krijgt normaal gesproken een 'damma', maar gezien het feit dat de 'kasra' sterker is dan 'damma' krijgt het een 'kasra'.
De regel van het sterren-hotel moet je dus toepassen bij de persoonlijke voornaamwoorden.
- Huiswerk-
- Oefening 8 van les 7 -> schrijf de woorden aan elkaar en stuur de vertaling naar meneer Khaled
- Oefening 3 van les 7 -> vertaal en stuur naar meneer Khaled
- Dictee (is tot en met hoofdstuk 3) -> 17 Arabische woorden opschrijven en daarna vertalen naar het Nederlands, daarna 17 Nederlandse woorden opschrijven en vertalen naar het Arabisch
- Lezen van hoofdstuk 6 -> lees deze tekst thuis goed door, zodat je het makkelijk kan lezen in de les
- Zeven Zinnige Zinnen -> gebruik alleen de woorden tot en met hoofdstuk 6
Dat was het voor deze week. Succes met het huiswerk en ik zie jullie volgende week weer!
Groetjes,
Merel
12:25
08/01/2020
Hallo allemaal,
Weer een nieuwe samenvatting!
- Theorie-
Werkwoord 'hebben'
In het Arabisch wordt het werkwoord 'hebben' gebruikt om een bezit aan te geven. Het Arabische werkwoord 'hebben' heeft echter niet dezelfde betekenis als het Nederlandse werkwoord 'hebben'. In het Arabisch worden voorzetsels gebruikt om het werkwoord 'hebben' aan te geven. De voorzetsels die worden gebruikt zijn: عِنْدَ (bij) en لِ (aan/voor).
* عِنْدَ (bij) - wordt gebruikt i.p.v. het werkwoord hebben en is 'hebben in de zin van verkopen/bezitten'.
VB. عِنْدَ هَذَا الرَّجُلِ بَيْتٌ = Deze man heeft een huis.
* لِ (aan/voor) - wordt gebruikt i.p.v. het werkwoord hebben en is 'hebben in zin van relatie'.
VB. لِهُولَنْدَا مَلِكٌ = Nederland heeft een koning.
Let op! Als لِ gevolgd wordt door een persoonssuffix verandert het in لَ. En als لِ gevolgd wordt door het lidwoord, vallen de verbindingshamza en de 'alif' weg. VB. لِلْوَلَدِ = Aan de jongen.
Zie blz. 124 (les 7) voor een schematisch overzicht van de 'vervoegingen' van het werkwoord 'hebben'.
-Huiswerk-
- Oefening 5 (les 7, blz. 130)
- Oefening 6 (les 7 blz. 130)
- Zeven Zinnige Zinnen (hadden we vorige les nog niet gedaan)
Succes met het huiswerk en ik zie jullie aanstaande dinsdag!
Groetjes,
Merel
13:14
08/01/2020
Hallo allemaal,
Weer een nieuwe samenvatting!
- Theorie -
Diptoten
Dit zijn woorden die in onbepaalde vorm altijd maar twee hulptekens krijgen. Als ze hulptekens krijgen dan krijgen ze alleen een Damma (اُ) of een Fatha (اَ). Er zijn in totaal 13 diptoten en aardrijkskundige namen zijn er daar een van.
- Huiswerk -
- Oefening 4 (van les 7)
- Oefening 7 (van les 7)
- Oefening 9 (van les 7)
- Oefening 10 (van les 7)
- Dictee -> de werkwoorden van blz 97, 98, 99 (niet de vervoegingen) en de bijvoeglijke voornaamwoorden van blz 97.
- Lezen hoofdstuk 5
- Zeven Zinnige Zinnen (niet langer dan VIJF Nederlandse woorden!)
Succes met het huiswerk en tot volgende week!
Groetjes,
Merel
14:35
08/01/2020
Hallo allemaal,
Afgelopen les is geen nieuwe theorie behandeld. Deze samenvatting bestaat daarom alleen uit huiswerk!
- Huiswerk -
- Opdracht 7 (van les 7) --> vanaf zin 6
- Opdracht 9 (van les 7)
- Opdracht 10 (van les 7)
- Dictee -> de werkwoorden van blz 97, 98, 99 (niet de vervoegingen) en de bijvoeglijke voornaamwoorden van blz 97.
- Conversatie op blz 85-86 (zonder boek!)
- Zeven Zinnige Zinnen (niet langer dan VIJF Nederlandse woorden!)
Let op! Volgende week is de cursus op dinsdag (14 juli) om 19:00 uur aan de Zuidlarenstraat 57, Den Haag
Succes met het huiswerk en ik zie jullie maandag!
Groetjes,
Merel
10:28
08/01/2020
Hallo allemaal,
Afgelopen les is geen nieuwe theorie behandeld. Deze samenvatting bestaat daarom alleen uit huiswerk!
- Huiswerk -
- Conversatie op blz 85-86 (zonder boek!)
- Lezen van hoofdstuk 6
- Zeven Zinnige Zinnen (niet langer dan VIJF Nederlandse woorden!)
Let op! Volgende week is de cursus op dinsdag (21 juli) om 19:00 uur aan de Zuidlarenstraat 57, Den Haag
Succes met het huiswerk en ik zie jullie dinsdag bij de laatste les!
Groetjes,
Merel
1 Guest(s)
Permalink Comments off