Soms staat de hamza onder de alif, dit gebeurt wanneer er een combinatie is van hamza + kasra. De kasra en hamza komen dan dus samen onder de alif.

Onbekende letter: jim maar dan met 3 puntjes erin; is een letter overgenomen uit het Perzisch, dient om bepaalde namen/woorden goed uit te kunnen spreken. Uitspraak is: djim.

Blz. 53: de peer en de ui zijn 'fout' geschreven; het woord moet eindigen met een ta marbuta. De vijg moet niet een vijg zijn maar twee vijgen.

Collectieven (blz 83): worden vermeldt in het woordenboek.

Er wordt gevraagd wat het druppel-achtige tekentje is boven een van de woorden in de tekst op blz. 60. Dit teken is de wasla. Wanneer deze er staat, spreek je de alif niet uit. Het is een verbindingsteken; je verbindt het woord ervoor aan het woord met de wasla erop. Op p.50 hoofdstuk 3.3.2. staat hierover meer uitgelegd.

Lidwoorden: in het Arabisch bestaat het lidwoord 'een' niet. Er is een lidwoord (al) wat staat voor de en het. Je kunt in het arabisch wel zeggen 'een huis' maar dan is het gewoon bayt, zonder lidwoord ervoor.

4.4 (p.63): zonneletters. Er zijn volgens het boek 13 zonneletters, maar dit zijn er eigenlijk 14, de lem hoort er ook bij. Je kunt deze letters onthouden doordat je ze met de voortong uitspreekt. Wanneer voor een zelfst. naamwoord beginnend met een van de zonneletters het lidwoord 'al' staat, wordt de 'L' van al niet uitgesproken. Bijv. al-sayyid wordt as-sayyid.

4.5 (p.64). In het arabisch bestaat het werkwoord 'zijn niet in tegenwoordige tijd. Hierom hoor je vaak zinnen als 'Ik Achmed' of 'Ik ziek'.

4.6 (p.64) Een vragende zin begint met het vraagpartikel 'hal', of door een vragend voornaamwoord.

Huiswerk: de enkelvoudige woorden van p. 53, p.83 + alle woorden in de grijze blokjes van p.28t/m p. 36 in het meervoud zetten en alle meervoudige woorden hiervan in enkelvoud zetten.
Deze woorden op papier met 2 lijnen schrijven en meenemen.
Oefening 1+3+4+5+12 maken (beginnen op blz. 67). Eventueel oefening 11 maken als je tijd over hebt.
Vorm woorden van letters deel 2 afmaken.