Kort verslag 10e les Amersfoort 15/16 donderdag 26 november 2015.

3-12-2015:
Het is nog niet duidelijk of de les van volgende week 3 december doorgaat. Hierover komt uiterlijk in het weekend meer duidelijkheid. Door Michiel zal het bericht op Whatsapp worden gedeeld.

Vragen over de Arabische cultuur t.b.v. 10-12-2015 (valt buiten lesprogramma):
Het is de bedoeling dat je eventuele vragen onderbrengt bij de diverse thema’s. De thema’s kun je vinden op de site Arabisch.nu. Zo vindt je deze:
1. Ga naar de site.
2. Klik op het 2e tabblad “cursussen” (zie bovenin de onderwerpenbalk)
3. Klik dan onderdeel 3 aan “Arabische wereld verkennen”. In de tekst vind je de thema’s. Deze zijn:
 Arabische landen, cultuur, geschiedenis, taal, media, wijsheden en kunstuitingen zoals muziek, kalligrafie, literatuur en film.
 De islam in de geschiedenis en in de huidige tijd, de Koran, de positie van de vrouw, islam en economie, islam en andere godsdiensten zoals het christendom.

Stuur je vragen aan Khaled per thema en deze worden thema gewijs behandeld. Past het niet in een van de thema’s, dan stel je gewoon een losse vraag.
De vragen verstuur je aan Khaled via het onderdeel ‘huiswerk’ op de site. Onderwerp van dit huiswerk is dan “Vragen over de Arabische cultuur”.

Aantekeningen uit de les:

Bladzijde 61: voeg toe het Nederlandse woord ‘op’ en de Arabische vertaling van dit woord: على (met fatha op deze letters عل voor uitspraak.) Zie ook blz. 39 punt 5.

Alle tekens op de laatste letter van een zelfstandig naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord spreek je niet uit. Die letter spreek je uit als of er een sukun staat. Uitzondering: als er sprake is van 2x fatha en 1 alif aan het einde van het woord. Dan spreek je 1x de fatha uit.
Advies van Khaled: kijk niet meer naar de ‘fonetics’.

Vraagpartikels:
In het Nederlands en in het Engels wordt een zin vragend als je de zin begint met een werkwoord.
In het Arabisch begin je de zin in dat geval met het vraagpartikel hal (هل).
Vervoegingen van het werkwoord ‘zijn’ in de tegenwoordige tijd worden in vraagzinnen niet in het Arabisch gebruikt.
Kijk ook naar 4.6 blz 64 een 65.

Hoofdstuk 4.5 Nominale zinnen:
Nominale zinnen zijn zinnen die beginnen met een zelfstandig naamwoord.

Hoofdstuk 4.4. Zonneletters en maanletters.
Er zijn 14 zonneletters (voeg de letter ‘lam’ ل toe aan de genoemde letters in het boek..
De zonneletters kun je onthouden omdat dit alle 14 letters zijn waarbij je voor de uitspraak gebruik maakt van het puntje van je tong.
De overige 14 letters zijn maanletters.

Als de 1e letter van het zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord een zonneletter is, dan spreek je de ‘lam’ ل van het lidwoord niet uit en verdubbel je de zonneletter aan het begin van het woord qua uitspraak.

Huiswerk (voor de komende 3 weken, dus voor 17-12-2015):
• Schrijf je eigen naam + 10 Nederlandse namen in het Arabisch en neem deze mee naar de volgende les.
• Neem de behandelde stof uit het boek door van bladzijde 61 tot en met Hoofdstuk 4.8.
• Maak oefening 1 blz 67/68.
• Sla oefening 2 over. Dus niet ! maken.
• Oefening 3 en 4 zijn met name schrijfoefeningen.
• Oefening 3 Schrijf alle woorden en zet هدلك (hunaka) er achter. De woorden in deze oefening zijn de antwoorden op de vraag “wie is daar?”
• Oefening 4 Schrijf alle woorden en zet هنا (huna) er voor.

Begintijden weken voor de komende:
3 december 2015 om 19.15 uur (als deze les doorgaat, dit wordt nog via Whatsapp doorgegeven).
10 december 2015 van 19.15 – 22.15 uur als je wilt deelnemen aan de speciale avond over de Arabische cultuur.

Kerstvakantie
Donderdag 24/12 en donderdag 31/12