ForumArabisch.nu | مـعـهــد الـعـربـيـة الآن
Deze ruimte is bedoeld voor vragen en antwoorden over huiswerk en behandelde stof van studenten net zoals docent.
Andere zaken kunt u in het gastenboek schrijven.
Het vorige gastenboek kunt u hier vinden.
17:16
28/11/2020
Arabisch Beginners 1&2 Den Haag tijd 20:00 uur Les 13 op 21 juni 2021
Zomerlessen (wijziging afspraken):
- Wekelijks les vanaf 19 juli, om 18:30 uur. Locatie: Zuidlarenlaan.
- In oktober kunnen we meedoen met de groep vergevorderde (er is geen andere groep voor ons niveau vanaf oktober namelijk)
- Als je een keer niet aanwezig kunt zijn dan zal de docent een privé inhaalles geven voorafgaand aan de les waar je weer bij kunt zijn: privé inhalen is een half uur tot een uur vóór aanvang van de volgende les.
- Degene die mee wil doen, kan zich aanmelden bij de docent.
Voor de zeven zinnige zinnen geldt: de Nederlandse zin niet langer dan 7 woorden.
Hoofdstuk 6
Semitische talen zijn opgebouwd uit werkwoorden. De werkwoorden in de Arabische taal kennen 10 stammen. Stam 1 is 80% van alle gebruikte Arabische werkwoorden. Ons boek, deel 1, behandelt alleen stam 1. Stam 2 tot en met 10 worden behandeld in deel 2 (deel 2 van dit boek, is een ander boek).
Stam 1 bestaat uit 3 radicalen (zie p. 18):
SUFFIX R3 TUSSENFIX R2 TUSSENFIX R1 PREFIX
Prefix= iets wat je in het begin toevoegt (pri-oriteit). Suffix= aan het eind (vrouw-en, spel-er). Niet alle Arabische woorden stammen af van werkwoorden.
In de Arabische taal moet je eerst de verleden tijd weten om de tegenwoordige tijd te kunnen weten. In het Nederlands kennen we dit niet.
Het model voor stam 1 staat op p. 97. Als je deze onthoudt dan kun je omgaan met 80% van alle Arabische werkwoorden. Met dit model kun je in combinatie met p. 18 per werkwoord 18 (?) woorden maken.
Let op bij het lezen van p. 97, het verschil is soms heel klein (soms alleen een I=alif) dus duidelijk lezen. Het model uit para. 6.2.3 moet je goed beheersen. In het Nederlands heb je een werkwoord 'lopen' bijvoorbeeld. In het Arabisch zoek je naar de stam R1, R2, R3.
Let op: I=alif spreek je nooit uit behalve in het begin van een woord.
In de les hebben we gelezen: para. 6.2.3, laatste blok van para. 6.2.4 en para. 6.2.5 (zie vanaf p. 97).
Huiswerk
1. Alle werkwoorden van p. 97 en 98 vervoegen conform het model op p. 97 (para. 6.2.3). Voor de hulptekens gebruik je een andere kleur. De kleur rood gebruik je nergens voor! Doe dit op papier met twee lijnen. Maak alle werkwoorden in 1 keer het liefst.
2. P. 87: oefening 6 juiste bijvoeglijk naamwoord invoegen.
3. P. 90: oefening 11 maken: de zon en de maan bijvoorbeeld.
4. P. 90: oefening 12, beantwoorden in het Arabisch. De Nederlandse vertaling van vraag en antwoord naar de docent sturen.
5. Zeven zinnige zinnen (zie eerdere instructies hierbij), Nederlandse vertaling naar docent sturen.
1 Guest(s)
Permalink Comments off