ForumArabisch.nu | مـعـهــد الـعـربـيـة الآن
Deze ruimte is bedoeld voor vragen en antwoorden over huiswerk en behandelde stof van studenten net zoals docent.
Andere zaken kunt u in het gastenboek schrijven.
Het vorige gastenboek kunt u hier vinden.
11:20
10/04/2019
Deze les hebben we hoofdstuk 7 behandeld. Een deel (كان in verleden tijd) hebben we de vorige les al behandeld. Het huiswerk van de vorige les begreep ik niet, dus dit hebben we herhaald.
* Herhaling theorie bij het huiswerk: het plaatsen van de hulptekens op de naamwoorden.
الولد طويل = fonetisch: al-walad-oe tawiel-oen: al-walad met één hulpteken, omdat het het lidwoord van bepaaldheid (ال) heeft. Damma, omdat 'de jongen' het onderwerp is. Tawiel met twee hulptekens, omdat het het lidwoord van bepaaldheid (ال) niet heeft. Damma, omdat het het naamwoordelijk deel van het gezegde is.
انَّ الولد طويل = fonetisch: inna al-walad-a tawiel-oen: al-walad met één hulpteken, omdat het het lidwoord van bepaaldheid (ال) heeft. Fatha, omdat het het onderwerp is in een zin van Inna en haar zusjes. Tawiel met twee hulptekens, omdat het het lidwoord van bepaaldheid (ال) niet heeft. Damma, omdat het het naamwoordelijk deel van het gezegde is.
كان الولد طويلاً = fonetisch: kaana al-walad-oe tawiel-an: al-walad met één hulpteken, omdat het het lidwoord van bepaaldheid (ال) heeft. Damma, omdat 'de jongen' het onderwerp is. Tawiel met twee hulptekens, omdat het het lidwoord van bepaaldheid (ال) niet heeft. Fatha, omdat het het naamwoordelijk deel van het gezegde in de zin van kaana en haar zusjes is.
Daarna hebben we de woorden gelezen op bladzijde 115. Geen vragen over. Woordenschat.
Het gebruik van كان
كان is een werkwoord en moet daarom vervoegd worden. Kent een andere vervoeging dan de vervoeging op bladzijde 97, vanwege het feit dat كان tot de 'holle' werkwoorden behoort. 'Holle' werkwoorden houdt in dat R1 of R2 of R3 een lange klinker is. Vervoegen volgens bladzijde 116.
1 كان + tegenwoordige tijd van het werkwoord = verleden tijd van het werkwoord. Tegenwoordige tijd van het werkwoord behandelen we later (in 9.1)
2 كان + قد + verleden tijd van het werkwoord = voltooide verleden tijd van het werkwoord: de handeling is al afgelopen (voltooide tijd).
3 كان en de invloed van het woord op de hulptekens: zie huiswerk zoals hierboven beschreven en uitgelegd. Deze regel geldt voor kaana en haar zusjes. Andere 'zusjes' (= koppelwerkwoorden) zijn:
- صار = worden
- بقي = blijven
- ليس = niet zijn
4 كان + ما = ontkenning van "was"
Na de behandeling van كان, hebben we het over persooniljke voornaamwoorden en vervoegingen gehad. De tabel staat op bladzijde 119 en omvat een groot deel van de Arabische grammatica (= persoonssuffix).
a) als het persoonlijk voornaamwoord een lijdend voorwerp is (na een werkwoord);
b) als het persoonlijk voornaamwoord aan een voorzetsel is gekoppeld (na een voorzetsel);
c) als het een bezittelijk voornaamwoord betreft.
De tabel op bladzijde 119 kent een aantal bijzonderheden en/of uitzonderingen:
1) De persoonssuffixxen op -hu (mannelijk ev, zijn/het of hem), -hum (mannelijk meervoud, hun en hen), -humaa (tweevoud mannelijk/vrouwelijk, hun 2 en hen 2) en -hunna (vrouwelijk meervoud, hun en hen) veranderen in -hi, -him, -himaa en -hinna als er een i-klank aan voorafgaat (bijvoorbeeld icm een voorzetsel of na de vervoeging (vrouwelijk) van een werkwoord).
2) De persoonssuffixxen worden achter de uitgangen van het woord geplaatst (dus eerst het woord vervoegen, daarna de persoonssuffix er aan vast maken). BEHALVE bij het i-suffix (mijn). Dan vervalt de uitgang van de vervoeging.
3) De vrouwelijke uitgang ة (indien aanwezig) verandert in een gewone ت indien zij gevolgd word door een persoonssuffix. Hiervoor geldt (maar dit vul ik zelf in): normaal gesproken spreek je de ة niet uit als daarna een punt komt. Doordat er nu een persoonssuffix aan vast komt, moet je de ة wel uitspreken.
4) Wanneer de uitgang van de 3e persoon mannelijk meervoud (zij, mannelijk, meervoud او) wordt gevolgd door een suffix, vervalt de alif.
Dus bijvoorbeeld: "Zij hoorden hem". "Zij gingen" zou normaal zijn: سمعوا). Nu wordt het werkwoord en de vervoeging gevolgd door een persoonssuffix, namelijk het woord "hem". De alif komt hier te vervallen, dus het wordt nu سمعو.
5) Het suffix van de tweede persoon meervoud van het werkwoord, -tum (jullie, mannelijk), wordt met een persoonssuffix van het lijdend voorwerp verbonden met de letter و. Het wordt nu de uitgang '-tumuu'.
6) De Arabische woorden voor 'vader' en 'broer' zijn één van de vijf woorden die op een andere manier veranderen wanneer er een persoonssuffix volgt. De uitgangen worder verlengd.
7) Uitzondering = de i-suffix.
Daarna hebben we het werkwoord 'hebben' behandeld. In het Arabisch is er niet een woord die één-op-één het Nederlandse woord 'hebben' precies vertaalt. In het Arabisch zijn daar twee mogelijkheden (voorzetsels) voor:
1) عند = bij, geeft een bezit aan.
2) لِ = aan/voor, wordt gebruikt om een relatie aan te geven.
De voorzetsels worden gevolgd door de 'hebber'. Vanwege de volgorde van de zin in de Arabische taal is de letterlijke vertaling in het Nederlands: "bij jou is het boek", wat betekent: "je hebt het boek".
- عندي كتاب = letterlijk: bij mij is het boek = in correct Nederlands: ik heb een boek.
- لي صديق = letterlijk: voor mij is een vriend = in correct Nederlands: ik heb een vriend.
Huiswerk voor de volgende les (25/07)
- 5 manneljike en 5 vrouwelijke varianten van zinnen inna en kaana
- H6, B111, O11 5 rijtjes maken
- Kruiswoordpuzzel maken 10x10
- H4, B74, O12 maken spelletje
- Dictee woorden blz 79 + voorzetsels 139-140
- ZZZ
- H7, B130, O5 - vertaling NL naar Khaled sturen + AR schrijven
- H7, B130, O6 - vertaling NL naar Khaled sturen + AR schrijven
- H7, B131, O8 - aan elkaar schrijven
- H7, B119, O3 - NL vertaling sturen
- H7, B131, O7
1 Guest(s)
Permalink Comments off