Huiswerk:
1: Schrijf 10 Nederlandse namen naar keuze in het Arabisch. Deze worden in de volgende les door de groep op het bord geschreven, waarna de groep moet lezen welke namen er staan
2: Woorden blz. 61 lezen, leren en begrijpen. let op: toevoegen woord aan de lijst in het boek: على (op)
3: 4.10 Oefening 1 (blz 67)
4: Huiswerk dat vorige keer niet was opgegeven, maar wel gedaan had moeten worden: 3.6 Oefening 6 Blz 56

Behandeld in de les:

1: Leesoefening enkelvoud / meervoud obv het huiswerk
2: Lezen alle woorden vanaf blz. 28
3: Korte en lange klanken: ا و ي (aanhouden klank), korte klanken َ ِ ُ (fatha, kasra, damma), ّ (sadda) verdubbelen en kort pauzeren, sukun ْ stille medeklinkers
4: Harde en zachte klanken. Harde klanken: ق ص ض ط ظ, zachte klanken: ح ه ت ث د ذ
5: Uitspraak oefenen ع غ (tip: oefenen met toetsenbord met geluid)
6: ى (zonder puntjes) spreek je uit als ا (Alif maqsura)
7: Als de ء wordt gedragen door de ي, schrijf je de ي zonder puntjes (zie blz. 47)
8: Lezen blz. 57 voor snelheid. (م) achter een woord betekent dat dit woord vrouwelijk is. Vrouwelijke woorden eindigen in de regel op ة, zoals bijvoorbeeld ook de meeste vrouwelijke namen. Uitzonderingen daargelaten.
9: Bepaaldheid en onbepaaldheid (4.3). Zie ook aantekeningen les 3. Onbepaald lidwoord (een) komt in Arabisch niet voor. bepaald lidwoord is in alle gevallen El, dat aan het zelfstandig naamwoord wordt gekoppeld.
10: Eenletterige woorden (6 stuks) (zie ook aantekeningen les 3 en 3.4 op blz 51)
11: Hamza alwas: de alif die gebruikt wordt, wordt niet uigesproken (zie 3.3.2) en aantekeningen les 3. Stelregel: spreek de ا niet uit, alleen aan het begin van een woord.
12: zon- en maanletters (4.4). Indien een lidwoord voor het woord staat wordt bij zonneletters de ل van het lidwoord El (ال) niet uitgesproken, maar wordt de medeklinkers van het zelfstandig naamwoord verdubbeld. Zonneletters zijn: ل , ت, ث, د, ذ, ر, ز, س, ش, ص, ض, ط, ظ, ن. Waarom? Dit vereenvoudigt de uitspraak, anders moet je 2 verschillende letters achter elkaar uitspreken, waarbij de tong tegen de voortanden staat. Overige letters worden Maanletters genoemd.
13: Persoonlijke voornaamwoorden (lezen) (4.7)
14: Vraagpartikel (هل (4.6 Een vraag in het Arabisch zonder vraagvoornaamwoord (wie, wat, waar, etc), begint met هل. In het Nederlands is dit een vraag die begeint met een werkwoord (Ben jij..?, Ga jij...? Lees jij...?)

Vraag: hoe spreek je ُُ ُ uit op het einde van een woord? Alle hulptekens op het einde van een woord, spreek je uit als een sukun ْ (zachte medeklinker), behalve ً . De ً spreekt je uit als een fatha َ .