Samenvatting les 4, 26 oktober 2021
1. Vragen oude stof
- Letter 28 (ي/yā') eind: krul staat tussen de 2 lijnen, puntjes onder de onderste lijn
- Hulptekens kunnen wel boven/onder (=buiten) de lijnen staan, letters zelf nooit
- Het maakt niet uit op welk moment je de puntjes/hulptekens schrijft: per letter of per woord. Wat je zelf het makkelijkst vindt.
- Verschil in uitspraak tussen letter 18 (ع/عayn) en 19 (غ/ġayn): 18 meer een a-klank achter in de keel (schaap) en 19 een r-klank achter in de keel (gorgelen, PaRis)

2. Nieuwe stof (blz. 35-51)
2.1 Woorden lezen oefening 12 t/m 14 (blz. 35-36):
- Ramadan = 9e maand van de Islamitische kalender, duurt 28-30 dagen, vastenmaand
- kalief = opvolger
- medina = naam van 1 v/d 3 heilige steden, nu worden alle steden zo genoemd
2.2 Paragraaf 3.1 (blz. 38/39)
- Letters 1, 8, 9, 10, 11, 27 worden niet verbonden met de VOLGENDE letter (wel de letter ervoor)
- lām + 'alif = ligatuur (=combinatie van 2 letters, zoals Duitse ß of Franse œ of Nederlandse &). Schrijf de lām + 'alif door te beginnen zoals de eindvorm van de kāf en er dan een verticale streep op te zetten (2/3 van de hoogte)
- tā' marbūta = gesloten tā'. Schrijfwijze: hā' + 2 puntjes erop. Uitspraak: -h. Volgt er een suffix na een woord dat eindigt op de gesloten tā', wordt dit een open tā' (letter 4, uitspraak: t)
- kleine 'alif: wordt op een letter geschreven i.p.v. een lange/normale 'alif erna. Is het geval bij vaste woorden waarin ooit een 'alif stond. Die is weggevallen maar moet wel worden uitgesproken. Daarom kleine 'alif als hulp. In de meeste teksten wordt de kleine 'alif niet geschreven.
- yā' aan het einde van een woord zonder 2 puntjes = lange 'alif (uitspraak: ā)
- uitleg over hamza volgt later (punt 6 blz. 39)
2.3 Paragraaf 3.2 (blz. 40-47): woorden lezen/herhalen + uitleg
- 'alif heeft 3 functies (zie boek), uitleg over functie c volgt later
- Er zijn 4 letters die op elkaar geschreven kunnen worden, ipv achter elkaar: letters 5 (ج/jīm), 6 (ح/ḥā'), 7 (خ/ḫā') en 24 (م/mīm). Liever naast elkaar schrijven!
- yā' en wāw hebben ook 3 functies, zie uitleg boek. Wanneer yā' drager is van de hamza, zet je geen puntjes onder de yā'.
- Blz. 48-49 niet behandeld
2.4 Paragraaf 3.3.2 (blz. 50)
- In het Arabisch zijn er 11 woorden die beginnen met een medeklinker met sukūn (stilteteken). Om deze woorden goed uit te kunnen spreken, wordt er een 'alif+kasra voor gezet (zie voorbeelden boek). Als er een prefix voor staat, vervalt de 'alif+kasra omdat die dan niet meer nodig is.
- Bepaald lidwoord (de/het) in het Arabisch = ال ('alif + lām). Een onbepaald lidwoord (een) bestaat niet. Als het lidwoord voor een woord met 'alif+kasra staat, vervalt die ook.
2.5 Paragraaf 3.4 (blz. 51)
- Eenletterige woorden: 1 letter = 1 woord. Er zijn er 6 in het Arabisch, we behandelen er nu 3.
بِ (bā'+kasra) = in/door/met (niet voor mensen)
وَ (wāw+fatha) = en
لِ (lām+kasra) = voor/aan/om/van/hebben

Huiswerk
- Woorden van oefening 12 t/m 14 (blz. 35/36) + voorbeeldwoorden op blz. 40 t/m 47 één keer overschrijven
- Maak oefening 1 van 3.6 (blz. 51/52) (ook op lijntjespapier)