Samenvatting les 23 april 2018, theorie hoofdstuk 6

Het Arabisch kent twee werkwoordstijden die verbogen worden: voltooid (perfectum) en onvoltooid (imperfectum).

De voltooide tijd in het Arabisch wordt in het Nederlands met een voltooid tegenwoordige tijd (ik heb geschreven) of een voltooid tegenwoordige tijd (ik schreef) vertaald.
De onvoltooide tijd in het Arabisch wordt in het Nederlands met een onvoltooide tijd vertaald (ik schrijf).

Aangezien de voltooide tijd de basis vormt voor de tegenwoordige tijd, wordt eerst de vervoeging van de voltooide tijd geleerd.

Zoals in de eerste lessen besproken is het Arabisch een ‘wortel’taal. De werkwoorden zijn dan ook opgebouwd rondom een stam, die de basis vormt voor iedere vervoeging van het werkwoord en de afgeleide zelfstandige naamwoorden. Bijvoorbeeld كتاب (boek) komt van de stam كتب (lezen)

In het Arabisch is het gebruikelijk om een werkwoord aan te duiden met de 3e persoon enkelvoud (bijvoorbeeld ook in woordenboeken)

Er zijn 13 vormen van een werkwoord, voorbeeld werkwoord درس (leren) >> NB voor de oefening zijn de leestekens van belang, echter op de computer kanis deze nog niet toevoegen)

Ik leerde: درست
Jij (m) leerde درست
Jij (v) leerde درست
Hij leerde درس
Zij leerde درست
Wij leerden درسنا
Jullie (m) leerden درستم
Jullie (v) leerden درستن
Zij (m) leerden درسوا
Zij (v) leerden درسن

Jullie 2 (M+V) leerden درستما
Zij 2 (m) leerden درسا
Zij 2 (v) leerden درستا

Huiswerk:
- Installeren Arabisch op computer (done)
- Zeven zinnige zinnen sturen
- Herinneren dr Khaled om meer luister en uitspraak oefeningen door te sturen
- Voorbereiden dictee, blz 57/58 (papier met een lijn in het midden afdrukken
- Herinneren dr Khaled om achtergrond informatie over bijv nw/zelfstandig nw te sturen
- Nogmaals lezen en vertalen oefening 8, pagina 87/88
- Nogmaals maken oefening 9, pagina 88 (denk aan tweevoud en onbepaaldheid)
- Pagina 90: oefening 11, 12 en 13: vertaling in het Nederlands sturen. Bij 12 vraag en antwoord sturen
- Hoofdstuk 6: oefening 6.2.3 alle werkwoorden vervoegen zoals het voorbeeld op pagina 90. Gebruik verschillende kleuren voor de leestekens (geen rood)