Met dank aan Anja!

Hierbij de samenvatting en het huiswerk:

We hebben besproken:
- We hebben met name al het huiswerk besproken.
- De woorden die je tot nu toe moet kennen zijn de woorden van de blz: 40 t/m 47, 57 t/m 59 en 61.
- Het woord ' ook' staat in het Arabisch altijd achteraan de zin.
- Khaled heeft de woorden van hfst 5, blz 76 - 77 en 79 gelezen. Deze woorden hoef je nog niet te leren!
- Op blz 79 moet je bovenaan de woorden een extra woord toevoegen namelijk het woord: ' lekker'. Bij de 1e 4 woorden in de linkerkolom op blz 76 moet je het voorzetsel de voorzetten. Dit is voor de uitspraak van belang. Khaled komt hier op terug de volgende les.
- Alle woorden op blz 79 zijn mannelijk. WIl je dit vrouwelijk maken dan plaats je er een ö achter.

TIP
- Probeer ipv woorden te leren, zinnen te maken. Op die manier leer je meerdere woorden. Bijvoorbeeld korte zinnen als: Jamila is mooi.
- Probeer in 4 stappen te vertalen
- Lees de vraagzin hardop in het Arabisch
- Vertalen naar het Nederlands
- Antwoord geven in het Nederland
- Antwoord vertalen naar het Arabisch
- Bekijk op het whiteboard ook eens de andere jaren en steden voor meer info.

Huiswerk
- Goed bestuderen zinsontleding Nederlandse taal. Bijv wat een zelfstandig-, bijvoeglijk naamoord is.
- Zoek uit wat het verschil is tussen de zinnen:
- Wie is met de leerling?
- Met wie is de leerling?
- Oefening 9 van hst 4 afmaken voor wie dat nog niet heeft gedaan.
- Alle woorden leren vanaf blz 40 t/m hoofdstuk 4. Dus alles wat we tot nu toe hebben geleerd met uitzondering van de woorden vóór blz 40.
- Maak 7 Arabische correcte en zinnige zinnen. (Dus niet: ik ben een kip;) Deze moet je vertalen naar het Nederlands en de Nederlandse vertaling naar Khaled sturen. Neem ze mee naar de volgende les. Deze opdracht moet je vanaf nu na elke les doen. Je moet voor deze week de woorden gebruiken uit het boek t/m hoofdstuk 4.