ForumArabisch.nu | مـعـهــد الـعـربـيـة الآن
Deze ruimte is bedoeld voor vragen en antwoorden over huiswerk en behandelde stof van studenten net zoals docent.
Andere zaken kunt u in het gastenboek schrijven.
Het vorige gastenboek kunt u hier vinden.
08:31
05/10/2011
We hebben de oefeningen van het huiswerk nagekeken. Vervolgens zijn we verder gegaan met de theorie op p. 103 (6.4.3., tweede naamval enkelvoud). Mr. Khaled heeft daarbij de bezitsconstructie ("van"-constructie) uitgelegd (zie ook de tweede voorbeeldzin van paragraaf 6.4.3. in het boek: huisdeur = deur van het huis).
Het hart van de jongen: قلبُ الولدِ
De deur van het huis: بابُ البيتِ
Het eerste woord (hart en deur in voorbeeldzinnen) schrijf je dus met een damma op de laatste letter. Het tweede woord (jongen en huis) krijgt een kasra onder de laatste letter. Het eerste deel van de bezitsconstructie (hart en deur) schrijf je nooit met het lidwoord ال, het woord is namelijk al bepaald door de bezitsconstructie.
Wanneer er een bijvoeglijk naamwoord wordt toegevoegd, dan krijg je het volgende:
De rode deur van het huis: نانُ البيتِ الأحمرُ
Je schrijft 'rood' dus aan het einde van de constructie, terwijl het wel hoort bij deur. Dat ze bij elkaar horen kun je zien aan de uitgang; beide woorden hebben een damma op de laatste letter. Wil je bijvoorbeeld schrijven: de deur van het rode huis, dan krijg je: نانُ البيتِ الأحمرِ. Het woord 'rood' krijgt dan een kasra i.p.v. een damma, en hoort dan bij huis in plaats van bij deur.
Bij de derde voorbeeldzin in het boek staat er مَعِ أبي كريم.
أبي heeft een lange I aan het eind i.p.v. een damma, terwijl het wel het eerste deel van de bezitsconstructie is. Dit heeft te maken met het voorzetsel مَعِ, na een voorzetsel komt immers een kasra i.p.v. een damma.
Huiswerk:
- maken oefening 5 (p.108): je hoeft de werkwoordsvormen niet helemaal te benoemen, maar je moet ze gewoon vertalen (dus: zij vraagt etc.).
- maken oefening 9 (p. 110): vertaal de zinnen (denk ook aan de naamvallen en werkwoordsvormen).
- maken oefening 10 (p. 111): tussen haakjes staat een persoonlijk voornaamwoord, het werkwoord wat daarnaast staat, moet je in de vorm van het persoonlijk voornaamwoord zetten. Dus: (ik) lopen --> ik loop (alleen dan in het Arabisch).
Tot volgende week (laatste les van dit jaar)!
1 Guest(s)
Permalink Comments off