We hebben in de les geoefend met het toepassen van de naamvallen. Namen verbuig je in principe niet. Alleen de namen van zeven profeten mag je verbuigen. De naam Mohammed moet zodoende wel verbogen worden. Het bijvoeglijk naamwoord dat bij de naam hoort geeft aan of de naam bepaald of onbepaald is. Als er dus alleen Mohammed staat (en niet 'de kleine Mohammed') is het sowieso onbepaald (en krijgt het dus twee hulptekens). 'Een kleine Mohammed' is onbepaald, 'de kleine Mohammed' is bepaald.

Huiswerk voor de volgende les:
Voeg de naamvallen toe in de zinnen uit de volgende oefeningen:
- oefening 12 op pagina 90
- oefening 7 op pagina 109
- oefening 8 op pagina 110 (met deze oefening hebben we in de les in groepjes al een beginnetje gemaakt)

Tot volgende week (volgende week is de laatste les van onze cursus Arabisch I)!