We hebben de kleine ‘alif herhaald. Dit is een ‘alif die uitgesproken wordt, maar niet geschreven wordt. In de vorm van een hulpteken wordt dan een kleine ‘alif genoteerd. Bijvoorbeeld inهذا. Op bladzijde 39 van het boek staat een uitleg van de kleine ‘alif.

Het huiswerk voor deze week was een transcriptie van tien Nederlandse namen naar Arabisch. Vier cursisten hebben die namen op het bord geschreven. Volgende les mogen andere cursisten een aantal namen schrijven.

In de les hebben we bijvoeglijke naamwoorden aan aanwijzende voornaamwoorden besproken: paragrafen 5.3.1, 5.3.2, 5.4.1 en 5.4.2.

Woordvolgorde bij vertaling van Nederlands naar Arabisch: vertaal vanaf ‘is’ naar voren toe en eindig met het woord na ‘is’. Bijvoorbeeld:
Het (3) grote, (2) mooie (1) huis is (4) duur.
البيت الجميل الكبير قديم

Huiswerk: blz 86, Oefening 1, 2 en 3 op papier met 2 lijnen.

Huiswerk, vanaf nu iedere week: Zeven Zinnige Zinnen opsturen. Het onderwerp bij huiswerk is “ZZZ t/m les 5”, waarbij 5 verwijst naar het hoofdstuk in het boek waar we nu zijn. Iedere cursist moet 7 zinnige zinnen maken met de woorden uit de grijze kolomen die we nu geleerd hebben. Dat zijn de woorden op bladzijden 57, 58, 59, 61, 67, 76, 77 en 79. Voorbeeld “Het mooie huis is duur.”