ForumArabisch.nu | مـعـهــد الـعـربـيـة الآن
Deze ruimte is bedoeld voor vragen en antwoorden over huiswerk en behandelde stof van studenten net zoals docent.
Andere zaken kunt u in het gastenboek schrijven.
Het vorige gastenboek kunt u hier vinden.
21:45
12/12/2019
In de les hebben we het geheim van Khaled behandeld. Zie ook website: https://leren.arabisch.nu/stude.....beginners/ onderaan de pagina “Handleiding-Hulptekens: het geheim van Khaled”
In het Arabisch zijn 3 categorieën woorden:
1. Naamwoorden, de zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. Deze woorden kennen een onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk en tussen enkelvoud, tweevoud en meervoud.
2. Werkwoorden. Deze worden vervoegd volgens de regels op bladzijde 97, 150 en 157 van het boek.
3. Deze categorie wordt in het Arabisch aangeduid met “Letters”. Dit zijn voorzetsels en woorden zoals dus, dan. Deze woorden kennen geen onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk en kennen ook geen meervoudsvormen. Deze worden worden nooit vervoegd.
Vervoeging van naamwoorden.
Vraag 1: Hoeveel hulptekens?
Vraag 2: Welke hulptekens?
Vraag 1: Hoeveel hulptekens?
Als het naamwoord a) onbekend, b) onbepaald of c) geen lidwoord van bepaaldheid (ال) heeft, dan 2 hulptekens.
In de andere gevallen, d.w.z. bekend, bepaald of met lidwoord van bepaaldheid, dan 1 hulpteken.
Vraag 2: Welke hulptekens?
a) Is het naamwoord het onderwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde, dan damma ُ
b) Is het naamwoord
het lijdend voorwerp
of het onderwerp van de zinnen van Inna (إِنَّ) en haar zusje,
of het naamwoordelijk deel van het gezegde van de zinnen van kaana (كَانَ) en haar zusje,
of bijwoordelijke bepaling (zoals tijdsbepaling of plaatsbepaling),
dan is het fatha َ
c) Staat het naamwoord na een voorzetsel, of in een van-constructie (bezit), dan kasra ِ
Bij een dubbele fatha ً krijgt het woord een extra alif, behalve als het woord eindigt met ta-marboeta (ة) of ‘alif maqsura (ى).
Voorbeelden:
1) Het boek is mooi. الكِتَابُ جَمِيلٌ (boek 1 damma, mooi 2 damma)
2) Ik zie een boek. أَرى كِتَاباً (boek 2 fatha + alif)
Ik zie het boek. أَرى الكِتَابَ (boek 1 fatha)
3) Ik sta op een boek. أَقف على كِتَابٍ (boek 2 kasra)
Ik sta op het boek. أَقف على الكِتَابِ (boek 1 kasra)
Huiswerk:
* Zeven zinnige zinnen
* Het geheim van Khaled leren.
1 Guest(s)
Permalink Comments off