مرحباً لاهاي

Vandaag zijn we verder gegaan in hoofdstuk 4. We begonnen de les met het nakijken van oefening 1 op blz. 67.

Hierna kwamen ‘zonneletters’ en ‘maanletters’ aan bod:
Wanneer het lidwoord ‘ ال ‘ voor een zelfstandig naamwoord staat, en dat zelfstandig naamwoord begint met een zonneletter, dan spreek je de ‘ ل ‘ van ‘ ال ‘ niet uit en verdubbeld de zonneletter.

De zonneletters zijn:
ل ت ث د ذ ر ز س ش ص ض ط ظ ن

Voorbeeld:
الرَّجُل al-rajul, spreek uit: ar-rajul

النُّور al-nūr, spreek uit: an-nūr

De overige letters van het alfabet zijn maanletters. Daarbij gebeurt bovenstaande niet:
Voorbeeld:
القمر al-qamar, spreek uit al-qamar

Ezelsbruggetje van meneer Khaled: bij zonneletters gebruik je de punt van je tong.

Hierna hebben we oefening 3 en 4 op blz. 68 klassikaal behandeld.

Tussendoor ontstonden er mooie gesprekken over taal/cultuur/geschiedenis, waar iedereen oor naar had.

Als laatste hebben we klassikaal oefening 5 op blz. 55 en 56 gedaan.

Huiswerk voor volgende week:

Oefening 8 op blz. 71: vertaal de zinnen naar het Nederlands en stuur dit via de website naar meneer Khaled.

Oefening 6 op blz. 70: doe dit volgens de volgende methode:
1) lees de zin
2) vertaal naar het Nederlands
3) maak 2 vraagzinnen in het Nederlands (wie/wat/waar etc.)
4) vertaal dit naar het Arabisch en schrijf dit op het papier met de 2 lijnen.
5) stuur punt 3 via de website naar meneer Khaled.

Oefening 7 op blz. 70: beantwoord de vragen m.b.v. het plaatje op blz. 71 en de tekst op blz. 60. Vraag 9 mag je zelf verzinnen. Stuur het Nederlandse antwoord op via de website naar meneer Khaled.

Let op: 1 zending per oefening, uiterlijk 3 dagen voor de volgende les.

Succes!
Groeten,
David