Behandeld 1e les:
- Het alfabet doorgenomen en samen een aantal keer gelezen;
- De hulptekens uitgelegd; Fatha, kasra en damma (a, i, u), het verdubbelingsteken sadda, het stilteteken sukun (an-ta), het verlengingsteken alif madda (vervangt de hamza gedragen door een alif met daarna een lange klinker;
- De lange klinkers (aa, ie, oe);
- Uitleg hamza (op de alif, waw, ya en liggend);
- De families in het schrift van het alfabet doorgenomen;
- Stemloos en stemhebbenden klanken (open/dicht);
-De letters die niet verbonden kunnen worden met een volgende (alif, dal, thel, ra, zay, waw);
- Uitleg ligatuur (verbindingsteken lam+alif, voorbeeld islam);
- vrouwelijke uitgang ta marbuta, als deze gevolgd wordt door een suffix verandert ze in een gewone ta (voorbeeld is stad en mijn stad);
- De kleine alif, wordt niet geschreven, wordt uitgesproken als een lange a (recht streepje na de letter met fatha).

Huiswerk:
- Hoofdstuk 1 lezen en de vragen beantwoorden;
- 2 Nederlandse woorden verzinnen met de korte en lange klank i en ie;
- Opzoeken betekenis ligatuur;
- oefeningen blz 28-36 luisteren;
- De letters op de stencils naschrijven.