Les 1 30 september 2020
Introductie en voorstellen.

Nederlands huiswerk graag drie dagen van te voren inleveren via de website (voor studenten > huiswerk).
Voor het Arabische huiswerk gebruik je het papier met twee lijnen ook te vinden op de website (informatie > lesmateriaal voor beginners > schoolschrift > lijn rechts).
Bij het insturen van het huiswerk noteer je het onderwerp als volgt: H.3 B.87 O.1 (hoofdstuk, bladzijde, oefening).

De letter ث heeft dezelfde uitspraak als het woord ''think''.

De Arabische taal kent drie klinkers:

Korte klinkers
Fatha, a:بَ
Kasra, i:بِ
Damma, u:بُ

Lange klinkers
Alif: ا
Waw: و
Ya: ي

Je spreekt de korte klinker 1/4 seconde uit, zoals bij het woord man en de lange klinker 1/2 seconde, zoals bij het woord maan.

De sukūn, een klein bolletje boven het woord, geeft aan dat er geen korte klinker op de medeklinker volgt. De medeklinker is stil.
Heb je twee dezelfde letters, dan krijgt de 1e letter een sukūn en de tweede letter een ander hulpteken. Bijvoorbeeld het woord ontbijt of aardappel.

De sadda geeft een verdubbeling van de uitspraak van de letter aan.
Zoals bij het woord Muhammad:

مُحَمْمَد
مْحَمَّد

De madda is een verlengteken, het vervangt een hamza gedragen door een alif die gevolgd wordt door een lange klinker. Een voorbeeld is het woord Koran.

**Huiswerk voor les 2**

De letters op de stencils overschrijven, doe dit per letter.
Uit het boek oefening 1.4, na het lezen van voorgaande bladzijden.
Bedenkt twee woorden, een met de korte klinker i en een met de lange klinker i.