HUISWERK:
* Oefening 8 op pagina 110 (hulptekens op elke letter zetten)
* ZZZ (met werkwoorden erin)
* diegenen die door willen gaan: s.v.p. agenda meenemen volgende les

VRAGEN over de stof tot nu toe:

Wat doe je als twee dezelfde letters elkaar opvolgen? Bijvoorbeeld bij het werkwoord ‘wonen’ سَكَنَ bij wij en zij (3e pers. v mv.).
Als twee dezelfde letters achter elkaar komen en de eerste letter heeft een sukũn °, dan schrijf je één letter en krijgt deze letter een sadda ّ en het hulpteken van de tweede letter. In het andere geval schrijf je dus twee keer dezelfde letter.

OPMERKINGEN:

Pagina 99, 6.2.6 Let op de vervoeging bij zij (3e pers. m mv.). De hamza wordt hier niet meer op de alif ا gedragen, maar op de waw و

Pagina 100, 6.2.7: Bij spreekwoorden gebruik je in het Arabisch de verleden tijd.

Pagina 100, 6.2.8: Vraag: wat is het verschil tussen مَا en مَاذَا (wat)?
مَاذَا gaat over iets tastbaars (b.v. wat heb je in je hand?)
مَا gaat over niet tastbare dingen (b.v. wat heb je, Nabil?/Wat is er met je?)

Pagina 101, 6.3: In het Arabisch begin je de zin altijd met het onderwerp. Uitzondering is de tijdsbepaling, die gaat voor het werkwoord en het onderwerp. Je gebruikt de persoonsvorm (ik, jij, hij, etc.) alleen als je iets wilt benadrukken. Aan de vervoeging van het werkwoord hoor je al over welke persoonsvorm het gaat.

NIEUWE STOF:

Er zijn in het Arabisch 3 categorieën woorden:
1 – werkwoorden
2 – naamwoorden (znw, bnw)
3 – letters

1- werkwoorden
Deze vervoeg je volgens de modellen. Verleden tijd: pagina 97. Tegenwoordige tijd: pagina 151 (bij de toekomende tijd hoeft er maar een letter toegevoegd te worden (س), maar dat leren we in les 9). Kortom, model gebruiken en klaar is Kees.

2- naamwoorden, zoals het zelfstandig naamwoord (znw) en het bijvoeglijk naamwoord (bnw).
Deze komen in verschillende variaties: ev, mv, 2v, vrl, mnl. Bij deze categorie verandert het hulpteken op de laatste letter van het woord afhankelijk van een aantal factoren die hieronder uitgebreid besproken gaan worden (zie ook je schema).

3- letters
Deze staan vast en veranderen dus niet. Met letters bedoelen we woorden zoals op, dus, dan, etc. Eigenlijk valt alles onder deze categorie wat niet met tijden, enkelvoud, meervoud, mannelijk of vrouwelijk te maken heeft.

Deze les gaat over categorie 2; de naamwoorden (znw, bnw).

UITLEG HULPTEKENS LAATSTE LETTER ZNW/BNW:

Om te bepalen welk hulpteken de laatste letter van een znw of bnw krijgt, moet je twee vragen beantwoorden.

1) hoeveel hulptekens?
2) welk hulpteken?

1) hoeveel hulptekens?

Is het onderstaande van toepassing op het znw/bnw?
a. lidwoord van bepaaldheid (het, de)
b. bepaald (het grote huis)
c. bekend/aantal (ik heb drie vissen gegeten)

JA: één hulpteken

NEE: twee hulptekens*

2) welk hulpteken krijgt de laatste letter van het znw/bnw?

a. onderwerp of het naamwoordelijk deel van het gezegde? DAMMA

b. na een voorzetsel of van-constructie (de deur van de kamer)? KASRA

c. lijdend voorwerp
of
het o.w. van de zinnen van inna إنّ en haar zusters**
of
het naamwoordelijk deel van het gezegde van de zinnen van
kaana كـان en haar zusters**
of
tijdsbepaling (vandaag, gisteren, etc. NIET bij 'om drie uur': om is
namelijk een voorzetsel)

JA op een van bovenstaande vragen: FATHA

* opmerking bij gebruik twee hulptekens:
Bij 2 fatha’s ALTIJD een alif achter het woord erbij plaatsen BEHALVE
als het woord eindigt op ة, ءا of ى (ta marbuta, alif met hamza of alif maqsura)

** zie punt 4 van 6.4.4. op pagina 103 en 104 van het boek voor meer informatie over inna en kaana

Voorbeeldzinnen:
1) Het huis is mooi جميل البيت
* huis: hoeveel hulptekens? Heeft lidwoord van bepaaldheid; een hulpteken
* welk hulpteken? Het huis is het onderwerp: een damma
- Mooi: hoeveel hulptekens? Het is niet bepaald (alles na ‘zijn’ is niet bepaald): twee hulptekens
- welk hulpteken? Naamwoordelijk deel van het gezegde: twee damma’s

2) Ik zie een huis ىبيت أرى
* huis: hoeveel hulptekens? Geen lidwoord van bepaaldheid; twee hulptekens
* welk hulpteken? Lijdend voorwerp; twee fatha’s PLUS een extra alif بيتا (zie * hierboven)

Ik zie het huis البيت أرى
* huis: hoeveel hulptekens? Heeft lidwoord; een hulpteken
* welk hulpteken? Lijdend voorwerp; een fatha

3) Ik sta op een huis بيت عاى أقف
* huis: hoeveel hulptekens? Geen lidwoord van bepaaldheid; twee hulptekens
* welk hulpteken? Komt na voorzetsel ‘op’; twee kasra’s
Ik sta op het huis البيت عاى أقف
* huis: hoeveel hulptekens? Heeft lidwoord; een hulpteken
* welk hulpteken? Komt na voorzetsel ‘op’; een kasra

Zie ook voor meer informatie en voorbeeldzinnen de website van meneer Khaled:
Handleiding-Hulptekens: het geheim van “Khaled”
Kaana en haar zusters & Inna en haar zusters

Te vinden op http://www.arabisch.nu bij: Voor Studenten, Informatie, Beginners, en dan bijna helemaal naar beneden scrollen.

Laatste opmerking:
Ik heb een soort van schema/stroomdiagram gemaakt om makkelijk te kunnen zien welk hulpteken gebruikt moet worden. Deze ga ik jullie mailen vanaf het digitale leerplatform van de Volksuniversiteit. Mochten er nog correcties op komen van meneer Khaled, dan stuur ik jullie een nieuwe. Sinds gistermiddag hebben we thuis problemen met de mail en ontvang ik niets meer, dus hopelijk gaat het via de website van de Volksuniversiteit wel lukken.
Groeten, Annewieske