ForumArabisch.nu | مـعـهــد الـعـربـيـة الآن
Deze ruimte is bedoeld voor vragen en antwoorden over huiswerk en behandelde stof van studenten net zoals docent.
Andere zaken kunt u in het gastenboek schrijven.
Het vorige gastenboek kunt u hier vinden.
12:10
20/06/2018
Hallo allemaal,
Hierbij een overzicht van wat wij maandag 18 juni in de les hebben besproken en ook het huiswerk voor maandag 2 juli.
--------------------------------------
De les van maandag 18 juni:
- Khaled heeft van iedereen oefening 8 (p. 110) nagekeken.
- Vervolgens hebben wij de 15 mannelijke en 15 vrouwelijke zinnen doorgenomen, volgens het voorbeeld dat in de whatsapp groep was gedeeld (De jongen is lang/ Zeker, de jongen is lang/ De jongen was lang.)
- Daarna hebben wij verschillende 7 zinnige zinnen besproken.
- Na de pauze hebben wij het liedje op p. 105 doorgenomen en de conversatie op p. 106.
- Vervolgens hebben wij de woorden in het grijze blok op p. 115/116 (van hoofdstuk 7) opgelezen en besproken.
N.a.v. een vraag m.b.t. ‘kanat taskunu’: Kana + tegenwoordige tijd van een werkwoord = verleden tijd van een werkwoord (zie paragraaf 7.1).
N.a.v. een vraag m.b.t. het meervoud van Libanees (tussen de haakjes): om van een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord (mannelijk enkelvoud) meervoud te maken, komt er een damma op de laatste letter en worden een waw en een nun (met fatha) aan het einde toegevoegd.
Om van een ander soort woord (mannelijk enkelvoud) meervoud te maken, komt er een kasra onder de laatste letter en worden een ya en een nun (met fatha) aan het einde toegevoegd.
Vervolgens is ook uitgelegd hoe je van een vrouwelijk woord (met ta marbuta) meervoud maakt: de ta marbuta haal je weg, en je voegt een alif en een ta (met twee puntjes) toe. Verder zijn er een paar uitzonderingen, maar die worden in het boek achter de woorden tussen de haakjes genoemd en zullen wij pas later bespreken.
- Hierna hebben wij paragraaf 7.1.1 (p. 116) en de vervoeging van kana besproken.
- Tot slot hebben wij paragraaf 7.5 (p. 123) besproken. In het Nederlands zeggen wij ‘Ik heb een zus’ of ‘ik heb een boek’, maar in het Arabisch wordt hier geen werkwoord voor gebruikt. Om een relatie aan te geven met het werkwoord ‘hebben’ (ik heb een vriend/vrouw/kind), wordt het voorzetsel ‘li’ gebruikt. Om bezit of eigendom aan te geven (ik heb een boek/auto/huis), wordt het voorzetsel ‘einda’ gebruikt. Letterlijk wordt in het Arabisch gezegd ‘Bij deze man is een huis’ (ipv Deze man heeft een huis) (zie voorbeeld 1 op p. 123). Verder is er een overzicht op p. 124.
--------------------------------------
Het huiswerk voor maandag 2 juli:
- Op maandag 2 juli krijgen wij een dictee. Wij krijgen woorden in het Arabisch te horen (die wij moeten opschrijven en naar het Nederlands moeten vertalen) en woorden in het Nederlands (die wij moeten opschrijven en naar het Arabisch moeten vertalen). Deze woorden zijn de bijvoeglijke naamwoorden op p. 79 en de werkwoorden van p. 97-99.
- Daarnaast moeten wij de nieuwe woorden in het grijze blok op p. 115-116 bestuderen, zodat wij de tekst op p. 114 tijdens de les kunnen lezen.
- Verder moeten wij de oefeningen 5 en 6 op p. 130 maken. De zinnen moeten worden ‘omgebouwd’ zoals in het voorbeeld. Deze oefeningen hebben betrekking op paragraaf 7.5 (ik heb een boek/ ik heb een man). Deze zinnen moeten wij ook vertalen en naar Khaled opsturen.
- Tot slot: zeven zinnige zinnen!
N.B. Kennelijk zijn niet alle opdrachten van hoofdstuk 6 nagekeken/besproken. Wij moesten oefeningen 5, 6, 7, 8, 11 en 12 maken. De vraag is welke oefeningen nog besproken moeten worden. Daarnaast vraagt Eva of wij ook oefeningen 9 en 10 willen maken.
Als er vragen zijn, dan kan jij mij (Marloes) via de whatsapp groep bereiken.
Succes en tot 2 juli!
1 Guest(s)
Permalink Comments off