Deze les de zelfopdracht gedaan van WK 1&2 (vertellen over jezelf en de familie).
Tevens wat zaken herhaalt en WK3 en WK4 (vertellen over je huis en je stad) nagekeken en gecorrigeerd.

Uitleg in Arabisch omtrent verschil tussen نَصْرَانِي en مَسِيحِيّ (beide betekend moslim) moet nog.

Diptoten kort behandeld. Aardrijkskundigenamen (bezijdens enkele uitzonderingen) vallen onder de diptoten. Sprake van 2 naamvalsuitgangen en dus enkel 1e naamval “damma”, 2e naamval “fatha” en 3e naamval een “fatha”.
OPM: Als in het aardrijkskundige woord wel een lidwoord zit (bv. ال مَغرِب - Marokko) dan komt na het voorzetsel wel de “kasra” en gaat de gewone regel wel op.

Tevens bij aantal woorden in het Nederlands schrijf je geen lidwoord na een voorzetsel, maar. In het Arabisch wel.
Dit bij onder andere: op (de) zee - (فِي البَحْر ), per schip, op school en op (de) tafel.

Huiswerk voor 9 november
- Schrijf 2 zinnen mnl + vrl volgens model van 7 sept. 2017.
- Indien mogelijk verpakkingen meenemen met daarop Arabische teksten
- Maken opdracht WK 5 vertellen over je hobby’s.
- Bijwerken Turkse - Arabische woordenlijst.
- Herhalen oude lesstof t/m Hfdstk 4
- 2 nieuwe woorden aanleveren.