Uitgebreid met huiswerk bezig geweest opgedragen tijdens de vorige les (7). Daarna aanvang gemaakt met hoofdstuk 6.

Tevens uitleg gehad over gebruik van " op" of "in" als in boven en wanneer als binnen gebruikt wordt:
Als je "op" of "in" kan vervangen door het NL woord "boven" en de zin is kloppend dan schrijf je dit
als على ! Als je dit met het woord "binnen" kloppend hebt dan schrijf je غ met 2 puntjes eronder.

Uitleg gehad omtrent de regel van hulptekens voor de zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.

1- Hoeveel hulptekens:
Als het woord onbekend en/of onbepaald en/of heeft het lidwoord van bepaaldheid "ال" niet dan gebruik je 2 hulptekens. Anders is het één hulpteken.

2- Welke hulptekens:
Als het woord het onderwerp of naamwoordelijk deel v/h gezegde betreft dan is het een "damma".
Als het woord een lijdend voorwerp is of onderwerp van de zinnen van " اِنَّ " en haar zusje of naamwoordelijk deel van het gezegde van de zinnen van " كَانَ "en haar zusje of tijdsbepaling dan is het een "fatha".
Als het woord na een voorzetsel of "van constructie" zit dan is het een "kasra".

Bij. keuze en valt het onder meerdere categorieën dan pas je het sterkste toe.
Sterkste is "kasra" dan de "damma" en tenslotte de "fatha".

Huiswerk voor les 9 :
- Hfdstk 5 oef. 12 en 13 antwoorden versturen naar docent.
- Dictee t/m blz 79 (woorden in het grijs)
- Alle werkwoorden stam opmaken 1 t/m 13 als getoond op blz 97. Dit voor alle werkw. van blz 98 en 99. OPM. hulptekens erbij maar met andere kleur!
- Maken Hfdstk 6 oef. 12 (blz 112) + oef. 6 en 7 (blz 109) + oef. 11 (blz 111).
- Maken Hfdstk 6 oef. 5 (blz 108) + oef. 10 (blz 111) + oef. 9 (blz 110).
- Maken Hfdstk 6 oef. 8 (blz 110) en alle hulptekens plaatsen met andere kleur!
- Zeven zinnige zinnen maken en opsturen naar docent.