ForumArabisch.nu | مـعـهــد الـعـربـيـة الآن
Deze ruimte is bedoeld voor vragen en antwoorden over huiswerk en behandelde stof van studenten net zoals docent.
Andere zaken kunt u in het gastenboek schrijven.
Het vorige gastenboek kunt u hier vinden.
23:38
Hulptekens: De stencils genoemd op de app. bevatten uitleg over het gebruik van de hulptekens. Onderstaande punten zijn benoemd in de les, daarna volgen een paar voorbeelden voor de hulptekens.
• Bijwoordelijke bepaling = tijdsbepaling / plaatsbepaling.
• 2 x een ً fatha = altijd + een ا alif.
• De hulptekens komen op de laatste letter van het originele woord.
• Je voegt geen ا alif toe bij de ى alif masqura, ة ta marbuta of de اء alif hamza.
• Op de ا alif zelf komen nooit hulptekens.
• Je voegt de hulptekens toe bij zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden, daarbij gebruik je dus altijd de twee stappen van Khaled.
• Er is geen uitzondering en het zal nooit veranderen. Ook bij je kleinkinderen niet.
• De tabel op blz. 119 bevat 30% van de Arabische grammatica. De 2e kolom bevat de achtervoegsels (suffix).
• Naamwoord is bepaald als het een lidwoord heeft (ال) of persoonsuffix heeft of het eerste deel van een bezitsconstructie is.
• Het naamwoordelijke deel van het gezegde is een uitdrukking die via een koppelwerkwoord gelijkgesteld of vergeleken wordt met het onderwerp. Hij is snel. Snel is een naamwoordelijk deel van het gezegde.
1: Hoeveel hulptekens?
2: Welke hulptekens?
voorbeeld1: Het huis is mooi. البيت جميل
Het huis: bepaald, want het heeft het lidwoord ال al, dus krijgt het huis 1 hulpteken
huis is het onderwerp dus het krijgt de ُ damma
1 ُ damma
mooi: Is onbepaald, want het heeft geen lidwoord, suffix of is deel van een
bezitsconstructie, dus krijgt 2 hulptekens.
Het is het naamwoordelijk deel van het gezegde, dus krijgt het een ُ damma
2 ٌ damma's
voorbeeld 2: Ik zie een huis. ارى بيت
Ik zie: Doe je niks mee is het ww
een huis: Is onbepaald, want het heeft geen lidwoord, suffix of is deel van een
bezitsconstructie, dus krijgt 2 hulptekens.
Het is het lijdend voorwerp dus krijgt een َ fatha
2 x een fatha + een Alif ا ً.
voorbeeld 3: Ik sta op een huis.أقف على بيت
Ik sta op: Doe je niks mee, want is het ww en voorzetsel
een huis: Is onbepaald, want het heeft geen lidwoord, suffix of is deel van een
bezitsconstructie, dus krijgt 2 hulptekens.
Het hulpteken is een kasra ِ , want het huis komt na een voorzetsel.
2 x een kasra ٍ
Voorbeeld 4: Ik sta op het huis. أقف على البيت
Ik sta op: Doe je niks mee, want is het ww en voorzetsel.
Het huis: Is bepaald, want het heeft het lidwoord al, dus krijgt het huis 1 hulpteken.
Het hulpteken is een kasra ِ , want het huis komt na een voorzetsel.
1 x een kasra ِ
Uitleg over Ina en haar zusje: H6 B103 O6.4.4. Onderdeel 4
• Het onderwerp krijgt altijd een ُ damma, behalve bij ina en haar zusje, dan komt er een َ fatha.
• In het boek staan er 4 (in totaal zijn er 6)
لكِنَ = maar
أَنَّ = dat
إِنَّ = voorwaar/zeker/echt waar/ of je vertaald het niet
لِأَنَّ = omdat (Er is een verschil tussen want en omdat:....)
Voorbeeld: Het meisje ging weg, maar de jongen keerde terug. De jongen is onderwerp van Ina, want het volgt na ..., maar
• Ina en haar zusje verbinden sub-zinnen met elkaar.
• Laisa ليس is het werkwoord 'niet zijn' en je gebruikt het bij ontkenningen van bijvoeglijk naamwoorden.
• Na het woord يا komt altijd het lijdend voorwerp, want ik roep يا.
Werkwoordelijke zinnen H10 B171 O10.4
• De zin begint met een werkwoord.
• Is het een werkwoordelijke zin en het onderwerp is afwezig, dan wordt de persoonsvorm in het enkelvoud vervoegd ook al is het meervoud.
e.v. m (hij) & m.v. m (zij) = e.v. m
e.v. v (zij) m.v. V (zij) = e.v. v
Voorbeeld mannelijk:
خرج الولد من الملعب
Voorbeeld vrouwelijk:
خرجت البنات من البستان
1 Guest(s)
Permalink Comments off