Marhaban,

We hebben tijdens de eerste les vooral veel herhaald van hoofdstuk 1 van boek 2. De meervouden in hoofdstuk 1 zijn onderverdeeld in 13 modellen. Dit zijn de onregelmatige meervouden van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden. In boek 1 hebben we de regelmatige meervouden (mannelijk en vrouwelijk) geleerd.

Het vrouwelijk meervoud maak je door de ta marbuta van het woord te vervangen door een alif en een ta op het einde. Het mannelijk meervoud maak je door
-una (1e naamval) of -ina (2e en 3e naamval) als suffix achter het woord te plakken. Dit zijn de regelmatige meervouden.

Wanneer een woord een onregelmatig (extern) meervoud heeft, valt het in 1 van de 29 modellen die er in totaal zijn. In het boek staan 13 van die modellen als voorbeeld gegeven. In boek 1 (blz. 170) staat nog een model. Dit is het meest gebruikte model voor meervouden van beroepen.

Er is geen regel voor wanneer een woord een regelmatig of een onregelmatig meervoud heeft. Je kan de woorden opzoeken in een woordenboek. Naast het enkelvoud zal daar ook altijd het meervoud tussen haakjes staan.

Let op: meervoud van zaken is grammaticaal vrouwelijk enkelvoud. Collectieven zijn grammaticaal mannelijk enkelvoud. Alleen het meervoud van personen krijgt dus een meervoud van het bijvoeglijk naamwoord.

Let op: een aantal woorden valt niet in 1 van de modellen die in boek 2 staan. Die vallen in een rest categorie. Die zullen we later nog apart indelen.

Tenslotte kan een aantal woorden meerdere meervouden hebben. Ook hier is geen regel voor.

Huiswerk voor aankomende les: oefening 1 t/m 7 van hoofdstuk 1 maken. We gaan een overzicht maken van alle woorden in de grijze kolommen in boek 1 (en nog een aantal andere woorden buiten de kolommen) en die indelen in de 13 modellen die we in boek 2 hebben staan. Alle woorden die we niet in 1 van de 13 modellen kunnen indelen zullen we later apart in een rest categorie indelen.

Tot volgende week!