ForumArabisch.nu | مـعـهــد الـعـربـيـة الآن
Deze ruimte is bedoeld voor vragen en antwoorden over huiswerk en behandelde stof van studenten net zoals docent.
Andere zaken kunt u in het gastenboek schrijven.
Het vorige gastenboek kunt u hier vinden.
13:13
21/03/2011
Cursus Arabisch voor Beginners (Jaar 2), 17.45-19.15 uur, september 2011 - maart 2012 (24 bijeenkomsten)
Docent: Dhr. K.H.Khaled.
>> Bijeenkomst op di. 04/10, 18.45-19.15 uur, lokaal 226 (tweede les) <<
* N.a.v. vragen uit de klas:
- Het Arabisch kent twee manieren om van enkelvoud meervoud te maken: intern en extern. 'Intern' wil zeggen dat er aan het woord iets wordt toegevoegd. 'Intern' wil zeggen dat er in het woord zelf iets verandert, bijvoorbeeld: 'daftar' = schrift, meervoud 'defètir' (pag. 92, eerste kolom onderaan).
- In de vervoeging van de Verleden Tijd komt tweemaal als uitgang '- a' voor: bij 'hij' (korte a) en bij 'zij' dualis mannelijk (lange a) (pag. 97, 'fahala' = doen).
In de vervoeging van 'qara'a' = vragen, bestaat dat verschil ook, alleen is het nu minder goed zichtbaar (pag. 99-100). In de derde persoon enkelvoud mannelijk eindigt het woord op alif-met-hamza (korte a); in de dualis van het mannelijk meervoud eindigt het woord op een 'alif madda', d.w.z. een 'verlengde' alif = alif-met-hamza plus alif (lange a).
* Behandeld in de les:
- Huiswerk: het oplezen van de woorden op pag. 92-93 gaat naar de mening van de docent te traag, daarom wordt overgestapt naar de bekender woorden op pag. 57-58-59 (was ook huiswerk) > Zie verder onder Huiswerk voor de volgende keer (1).
- Huiswerk: Conversatieles ('het visitekaartje'). De cursisten lezen om beurten hun eerste zin op; die wordt vertaald door de eerstvolgende in de rij.> Zie verder onder Huiswerk voor de volgende keer (2).
- Huiswerk: Het uitschrijven van de vervoeging van de Verleden Tijd van de 27 werkwoorden op pag. 97-99 wordt individueel nagekeken.
- Huiswerk: Oefening 8 is niet door iedereen gemaakt en/of niet volgens de nieuwe naamvalsregels (pag. 87-88). Komt volgende keer terug. > Zie verder onder Huiswerk voor de volgende keer (3).
- Hoofdstuk 6.3 'De volgorde van de woorden in een zin' en 6.4.2-6.4.3 'Naamvallen' (tot 6.4.3 punt 2 (pag. 101-103).
In het Arabisch zijn het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp in een zin grammaticaal niet te onderscheiden (beide derde naamval, dus met fatha of fathataan). Ook de volgorde in de zin maakt geen verschil: eerst lijdend voorwerp en dan meewerkend voorwerp of omgekeerd (beide is mogelijk. Wat voorop staat, krijgt het meeste nadruk). Uit het zinsverband moet blijken wat het lijdend voorwerp en wat het meewerkend voorwerp is.
>> Let op: achter een fathataan (= 2 fatha's) wordt altijd een alif toegevoegd, behalve bij woorden eindigend op 'ta-marboeta' en bij woorden eindigend op 'alif-hamza'.<<
Op de laatste letter van het laatste woord van de zin: 'Waarom heeft hij de hond geslagen?' (pag. 101) ontbreekt het naamvalsteken (in dit geval: een fatha). Dat gebeurt wel vaker.
>> Voor de uitspraak (niet voor de spelling) van de laatste letter van iedere zin of ieder zinsdeel (dus vóór ieder leesteken) geldt het volgende schema (lees van rechts naar links; 'fatha' wordt uitgesproken als 'sukun', enz.):
sukun < fatha
sukun < damma
sukun < kasra
sukun < fathataan
damma < dammataan
sukun < kasrataan.
Alle eigennamen in het Arabisch zijn 'bekend', behalve de namen van de 7 profeten (waaronder Mohammed, maar bijvoorbeeld weer niet Ibrahim = Abraham).
Volgende keer zal de docent hierop terugkomen.
* Huiswerk voor volgende keer:
(1) Oefen Tekst 1 'Wie is hier?' (pag. 60), m.b.v. de CD uit het boek en oefen de woordenlijst op pag. 61. In de les moeten de tekst en de woorden vlot kunnen worden opgelezen.
(2) Conversatieles/'Visitekaartje'.
Maak een volgende Arabische zin over jezelf (of een fictief persoon) en schrijf die op. De volgende keer dient de zin van deze keer - gecorrigeerd - te worden opgeschreven in het schrift.
(3) (Opnieuw) Oefening 8 op pag. 87-88, dit keer met toepassing van de naamvalsuitgangen. Vertaling opsturen naar de docent; Arabische tekst uitschrijven in het schrift, mèt hulptekens.
(4) Vervolg 'Zeven zinnige zinnen'. Voortaan dienen iedere keer, net als in de eerste cursus, ook weer 'zeven zinnige zinnen' als huiswerk te worden gemaakt, opgelezen in de klas, en de volgende les - gecorrigeerd - te worden opgeschreven in het schrift.
Den Haag, 05.10.2011.
Met een vriendelijke groet,
Henk van de Schoor (medecursist)
1 Guest(s)
Permalink Comments off