Les 7-9-2017
Behandelde stof:
- Huiswerk volgende les (14-9)
- Les 14-9
- Vragen en behandelde huiswerk 24-8
- Conversatie
Huiswerk volgende les (14-9)
- H7 oefening 9 en 10
- Thema familie corrigeren en oefenen
- H8 voorbereiden
Les 14-9
- Doorlopen huiswerk
- H8 doorlopen / behandelen
- Conversatie familie
- Vaststellen nieuwe thema
Vragen en behandelde huiswerk 24-8
- Nisba vormen
o Nisba vorm mannelijk + يّ
o Nisba vorm vrouwelijk + يّ + ة  let op laatste letter voor يّ krijgt ِ (ivm uitspraak)
o Draagt een naam een lidwoord …ال (المغرب), dan valt ال weg in de Nisba vorm مغربي
o Eindigt een woord op ا of يا, dan vervalt deze in de Nisba vervoeging. هولندا  هولندي
- Gebruik أَنَّ / ﺇِنَّ in plaats van de zin  blz 103/104
o ﺇِنَّ alleen aan het begin van de zin
o Na werkwoord, altijd نَّ (ik hoorde dat…  سَمِعَتُ أَنَّ....)
o Let op relatie أِنَّ en haar zusjes met stap 2 gebruik Khaled (+َ + اً)
- Gebruik أَ of هَل vraagzinnen  blz 64
o Om een zin vragend te maken kun je zowel أَ of هَل gebruiken aan begin van de zin
- Werkwoord hebben (لِ)
o Werkwoord hebben (لِ) verandert de zin in relatie tot het Nederlands. Het lijdend voorwerk in NL, wordt onderwerp in Arabisch.
- Voorzetsel bij (bij een boom of bij een persoon)  blz 142
o Voorzetsel bij is afhankelijk of dit gebruikt wordt bij personen of non-personen.
- Telwoorden  blz 176
o “een” komt achter ZNW al BVN
o Bij vragen met hoeveel?  altijd enkelvoud gebruiken van ZNW
o Telwoord 2 leidt tot gebruik dualis (2-voud)
o Telwoord 3 t/m 10 getal eerst + tegengesteld in geslacht van het ZNW