Tijdens 2 maart werk behandeld:
Vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
Oefening 9 van les 9.

Huiswerk voor 9 maart:
1.
7 eenvoudige en bruikbare Arabische zinnen maken, MET DE TOT NU TOE GELEERDE WOORDEN
EN WERKWOORDEN (bedoeling hiervan is dat je in de les
de zin voorleest en dat jouw buurman/vrouw de zin vertaald). Wel ook de
Arabische zin en vertaling voor iedereen meenemen!
2.
De volgende werkwoorden : eten, schrijven, doen, leren en beginnen :
naar onderstaand voorbeeld vervoegen ,
Zin 1:
Ik eet
ik at
ik zal eten
ik eet niet
ik at niet
ik zal niet eten

3.
Vertalen van de volgende zinnen (die we dan vervolgens telkens in de les
gaan gebruiken!):
1. Doe je boek open!
2. Wil je de deur dicht doen?
3. Waar zijn we gebleven?
4. Is iemand afwezig?
5. Hebben jullie je huiswerk gemaakt?
6. Gaan jullie zitten?
7. Gaan jullie lezen?
8. Waar is mijn mok?
9. Bij welke oefening zijn we?
10. Wat vinden jullie moeilijk?
11. Waar zijn de stiften gebleven?
12. Wilt u het opschrijven?

4. Het doorgaan met het vervoegen van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd van blz. 98 (voor zover je ze nog niet allemaal al hebt uitgewerkt)

HERINNERING:
De lessen beginnen om 19.00 uur, en zijn in lokaal 303.
De koffie staat klaar (in de hal beneden)