02-08-2021 (4 uur en 30 minuten)

Een mooie avond met uitzicht

De woorden in de grijze blokken op blz 115/116 hebben we behandeld.

_______________________________________

Nu volgt een samenvatting van 7.1 / 7.2 / 7.3:

لَيْسَ = ontkenning vh b.n.w. in de tegenwoordige tijd

مَا = ontkenning vh werkwoord in de verleden tijd

Voorbeeld:
1) De man is ziek
2) De man is niet ziek
3) De man was ziek
4) De man was niet ziek

1) الرجل مريض
2) ليس الرجل مريض
3) كان الرجل مريض
4) ما كان الرجل مريض

* ontkenning = ما + كان
* VT = TT + كان
* VVT = قد + VT + كان

قد = had / was
Ezelsbruggetje: ‘ قد-had ‘ (dit rijmt)

Voltooid / onvoltooid
‘Zij woonde in Beiroet’ = onvoltooid —> TT + كان
‘Zij woonde altijd in Beiroet’ = voltooid —> ww. in VT

Voorbeelden:

1)
Dit meisje is niet klein

لَيْسَتْ هَذِهِ الْبِنْتُ صَغِيرَةً

2)
Het boek was niet zwaar

مَا كَانَ الكِتَابُ ثَقِيلاً

3)
Zij woonde in Beiroet

كَانَتْ تَسْكُنُ فِي بَيْرُوت

(TT van ‘wonen’ = تَسْكُنُ )

4)
Hij had geschreven

كَانَ قَدْ كَتَبَ

5)
De man had gelezen

كَانَ الرَّجُلُ قَدْ قَرَأَ

_______________________________________

Nogmaals ‘het geheim van Khaled’
(Waarbij ‘ كان en haar zusjes ‘ is uitgebreid):

1) HOEVEEL HULPTEKENS?
2) WELKE HULPTEKENS?

Antwoord:

1) Hoeveel hulptekens?

Is het naamwoord onbekend en/of onbepaald en/of heeft het lidwoord van bepaaldheid ( ال ) niet, dan krijgt de laatste letter 2 HULPTEKENS (2 fatha’s/2 damma’s/2 kasra’s).
Is het naamwoord bepaald dan krijgt de laatste letter 1 HULPTEKEN.

2) Welke hulptekens?

- DAMMA:
a) onderwerp
b) nw. deel vh. gezegde

- FATHA:
a) lijdend voorwerp
b) onderwerp vd zinnen “ إِنَّ en haar zusjes“
c) naamwoordelijk deel vh gezegde van de zinnen “ كَانَ en haar zusjes “
d) tijdsbepaling en plaatsbepaling

-KASRA:
a) na voorzetsel
b) bij ‘van’-constructie

Let op:
Na 2 fatha’s volgt een ‘alif.
Maar niet na een:
ة
اء
ى

Uitleg “ إِنَّ en haar zusjes “:
- إِنَّ valt onder categorie 3, ‘Letters’ (zie bovenaan)
- إِنَّ betekent dat/voorwaar (religieus)/echt/zeker/echt waar, of je vertaald het niet (=klemtoon aangeven)
- “ إِنَّ en haar zusjes “ zijn 7 voegwoorden
- 4 van deze 7 voegwoorden zie je op blz.103 / 104
- na إنَّ en haar zusjes volgt alléén een z.n.w. of een voornaamwoord.

Uitleg “ كَانَ en haar zusjes “:
- “ كَانَ en haar zusjes “ zijn werkwoorden, dus vervoegen
- “ كَانَ en haar zusjes “ zijn 15 werkwoorden (waarvan in ons lesboek 4 behandeld)
- “ كَانَ en haar zusjes “ zijn vergelijkbaar met koppelwerkwoorden
- “ كَانَ en haar zusjes “ hebben alleen effect op het nw.deel vh.gezegde

_______________________________________

Voorbeeld “ كَانَ en haar zusjes “:

1) De leerling was klein

كان التلميذُ صغيراً

2) Zij werd Libanese

صارت لبنانيةً

_______________________________________

Voorbeeld tijdsbepaling :

Vandaag is mooi

اليومَ جميلٌ

(Vandaag is onderwerp, dus damma MAAR tijdsbepaling dus FATHA)

________________________________________

Wat we al wisten van de volgorde van de woorden in een zin:

1) ww
2) ond.
3) lijd.vw
4) meew.vw
5) overig

Dus altijd werkwoord eerst.
Uitzondering:
-vraagpartikel heeft voorrang.
-tijdsbepaling heeft voorrang.
na إنَّ en haar zusjes volgt alléén een z.n.w. of een voornaamwoord.

Maar nu:
Uitleg 10.4 blz 171:

Als je de zin begint met het werkwoord, ÉN HET ONDERWERP IS IN DE CONTEXT AFWEZIG, dan is het werkwoord altijd ENKELVOUD
Let op: M of V

Voorbeeld:
De leerlingen lazen de Koran

قَرَأًَ التَّلاَمِيذُ القُرْآنَ

(De zin begint met ww, in de context van de zin zijn de leerlingen niet aanwezig, dus ww vervoeg je in enkelvoud, mannelijk)

(Let op: maar is het niet bekend wie ‘zij’ zijn dan wordt het meervoud gebruikt)

Indien de zin begint met het onderwerp, dan moet je het werkwoord wél volledig vervoegen.

Je mag zelf bepalen of je de zin begint met het werkwoord of onderwerp, als je nadruk hierop wilt leggen.

_____________________________________

Huiswerk

1) Maak 6 zinnen van de ‘van’-constructie (3 m./3 v.)
Bijvoorbeeld: ‘Het huis van de grote man is ruim’

2) Maak 3 zinnen die beginnen met een tijdsbepaling, en 3 zinnen die beginnen met een werkwoord.

3) indien nog niet gemaakt, de vragen op blz 92.

Tot volgende week!