مرهبان

We hebben gisteren oefeningen 1 t/m 3 van H2 nagekeken en oefening 4 t/m zin 9. Daarnaast hebben we de tekst van H2 gelezen. Eerst las de docent de tekst hardop voor en daarna hebben we om de beurt een zin gelezen. Het is de bedoeling dat we dit iedere les gaan doen om de uitspraak te verbeteren.

Aan de hand van de oefeningen hebben we ook de theorie van H2 behandeld. Stam II van de werkwoorden heeft drie verschillende functies: iets laten doen, iets heel intensief doen of iets zeggen over. Kenmerkend voor stam II werkwoorden zijn de verdubbeling van R2 en de kasra op de R2 (tegenwoordige tijd). Alle drie de radicalen dragen in de verleden tijd een fatha.

Let op met de vervoegingen van werkwoorden die met een alif hamza beginnen. Bijvoorbeeld het werkwoord ”samenstellen” : ألف

In de ik-vorm komt er een و achter de alif te staan. Bijvoorbeeld: ” ik stel samen ”
wordt: أولف. Je spreekt dit uit als [oe-aa-liffu].

We hebben ook de regels voor hulptekens behandeld. Een bijvoeglijk naamwoord na een werkwoord (dat dus een werkwoord beschrijft) krijgt een dubbele fatha plus een alfi op het einde. Bijvoorbeeld: Khaled loopt langzaam. Langzaam is hier een beschrijving van het werkwoord lopen. In het Arabisch krijgt het woord langzaam dan een alif met dubbele fatha op het einde (spreek uit als : aan).

Voor de volgende les moeten we de overige oefeningen van H2 maken en de extra oefeningen. We gaan ook de tekst lezen van H4, H5 en H6 van Deel 1. Die teksten moet je thuis al oefenen om het in de les goed te kunnen uitspreken. We moeten ook de conversatie van 2.9 (De Krant) thuis oefenen. Ook deze tekst gaan we oefenen in de les.

Let op: de volgende les begint om 18.45!