Samenvatting Les 12 oktober (dank aan Tiemen!)

Intern en extern meervoud
1. Extern meervoud (ook genaamd: normaal of regelmatig)
- Zie ook Boek 1, 5.1., blz. 77 & 10.3., blz. 171
- Van toepassing bij z.n.w. en b.n.w;
- Formule: enkelvoud + suffix = mv;
- Meervoud van zaken behandelen als ev. v.;
- Meervoud van collectieven behandelen als ev. m.;

a. Mannelijk meervoud (zie ook Boek 1, 10.1., blz. 169)
Krijgt 1 hulpteken (vanwege uitspraak) zowel bij bepaald als onbepaald;
Ev.m. + وُنَ of يِنَ = mv. m.
Voorbeeld 1: مُعَلِّم + وُنَ = مُعَلِّمُنَ
Voorbeeld 2: مُعَلِّمَة + يِنَ = مُعَلِّمَتِينَ

وُنَ Wordt toegepast bij onderwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde;
يِنَ Wordt toegepast na voorzetsel of alle andere gevallen.

b. Vrouwelijk meervoud (zie ook Boek 1, 5.2., blz. 78)
Altijd damma bij onderwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde;
Altijd kasra na l.v.w. -> de kasra neemt het hier dus over van de fatha
Altijd kasra na voorzetsel en bezitsconstructie

Ev.v. - ta'marbuta + ا ت = mv.v.
Voorbeeld: جَدَّة - ة + ات = جَدَّات

c. Tweevoud
Ook altijd 1 hulpteken
انِ Wordt toegepast bij onderwerp of naamwoordelijk deel van het gezegde;
يْنِ Wordt toegepast na voorzetsel of alle andere gevallen

2. Intern meervoud (ook genaamd: gebroken of onregelmatig)
- Brengt een verandering aan in de klinkerstructuren;
- 14 Modellen (voorlopig) van intern meervoudsvormen;
- Diptotische meervoudsvormen altijd 1 hulpteken (geldt voor deze modellen: فــُـعــَـلَاعُ, أَفــْـعــِـلَاءُ, أَفـــِــلَّاءُ, فـــَــوَاعــِـل, فــَـعــَـالــِـيلُ, مــَـفــَـاعــِـلُ, مــَـفــَـاعــِـيـلُ, فــَـعــَـائــِـلُ (model 4,5,6,10,11,12,13 en 14).
- Ww. فَعَلَ (doen) moet worden gebruikt bij de 14 modellen van intern mv. i.v.m. Internationale standaard;
- Model 5 moet worden opgesplitst waarbij:
o Model 5 = أَفــْـعــِـلَاءُ
o Model 6 = أَفـــِــلَّاءُ
- Model 6 wordt model 7, model 7 wordt model 8 enz. enz.

HUISWERK
- Alle interne meervoudsvormen uit Boek 1 (dus alle mv. tussen haakjes) categoriseren naar de 14 modellen uit Boek 2, blz 18 t/m 21.
- Gebruik hiervoor 15 A4’tjes (1e A4 voor model 1, 2e A4 voor model 2 etc.) en schrijf hier de mv. woorden op.
- Gebruik de 15e vel voor de woorden die je niet kan onderbrengen bij 1 van de andere 14 modellen. Deze behandelen we in de les.
- Na het behandelen van alle woorden adviseert Khaled dit over te zetten in een Excelsheet op alfabetische volgorde. Dit helpt bij de komende oefeningen uit Boek 2 hoofdstuk 1 en 2 en verder.
- Schrijf de Radicalen (R1, R2, R3) in het blauw, de overige letters (toevoegingen) in het zwart en de hulptekens in het rood.