17-01-2023

Van H2 zijn oefening 1 t/m 4 nagekeken.

Hiervan kwam de volgende theorie terug:

Het werkwoord ‘aanbieden’ (stam II):

Op blz 42 deel 2 staat als vertaling : قَدَّمَ ه ل / إلى

Dit betekent:

1) Je gebruikt لِ of إلى als je een voorwerp of ‘iets’ aanbied.

Vb:
Ik bied je een boek aan = أُقَدِّمُ لَكَ كِتاب

( لِ gevolgd door een persoonssuffix verandert in لَ )

2) Je gebruikt een persoonssuffix (de letter ‘ ه ' achter het werkwoord op blz 42) indien je een persoon wilt voorstellen (in Arabisch ‘aanbieden’) aan een ander.

Vb:
Ik introduceer hem = أُقَدِّمُهُ

Ik introduceer jou Ahmed = أُقَدِّمُكَ أحمد

______________________________________

Het werkwoord ‘zoeken’ (stam II):

فَتَّشَ عَن

Dit ww gebruik je als je iets gericht zoekt.

Zoek je niet gericht, maar in het algemeen (zoals iets onderzoeken) dan gebruik je:

بَحَثَ عَن

______________________________________

Let op de volgende verschillen:

Leerling = تِلْمِيذ (mv= تَلَامِيذ )

Student = طَالِب (mv= طُلَّاب )

Onderwijzen aan leerlingen = عَلَّمَ

Onderwijzen aan studenten = دَرَّسَ

Actief deelwoord hiervan:

Leraar (basisonderwijs) = مُعَلِّم

Docent (HAVO/VWO) = مُدَرِّس

______________________________________

Nieuwe theorie:

3.1 - blz 60

Het vraagwoord ‘hoeveel’ :

1) كَمْ + (ev) اً

2) (…. كَمْ مِنَ ال) + (mv) met kasra

Nummer 1) gebruik je bij dingen die je kunt tellen.
Nummer 2) gebruik je bij dingen die je kunt tellen én bij ontelbare dingen, zoals tijd, koffie, suiker etc.

Voorbeeld:
Hoeveel auto’s? = كَمْ سَيَّارَةً ؟

Hoeveel koffie? = كَمْ مِنَ القَهْوَةِ ؟

_________________________________________

3.2 - blz 62, Hoofdtelwoorden

De cijfers 0 t/m 10 zoals we ze kennen:
-eerst cijfer, dan het ZNW.
-altijd van-constructie (damma-kasra)
-3 t/m 10 kennen polariteit (ZNW. EV. M. —> cijfer V.) (ZNW. EV. V. —> cijfer M.)

_________________________________________

3.3 - blz 63, Rangtelwoorden

-eerst het ZNW, dan cijfer
-damma-damma
-ZNW en cijfer zijn beide bepaald ( ال )
-geen polariteit (ZNW. V. —> cijfer V.) (ZNW. M. —> cijfer M.)

Voorbeeld:

De vijfde man = الرَّجُلُ الخَامِسُ

De zevende vrouw = المَرْأَةُ السَّابِعَةُ

________________________________________

3.4, 3.5 en 3.6 zijn gelezen

________________________________________

Holle werkwoorden —> R2 is een ‘alif

Zwakke werkwoorden —> R1 of R2 of R3 is een lange klinker ( ا و ي )

_______________________________________

Huiswerk:

H3 oef 1, 2, 3, 5, 6, 4, 7, 8, 9

(Oef 8 NL vertaling opsturen naar meneer Khaled)

Succes!