Maandag 09 januari, les 11:

Huiswerk:

Maak 3 zinnige zinnen in het Arabisch aan de hand van de tot nog toe geleerde stof/woorden. Leer deze uit je hoofd en stuur alleen de Nederlandse vertaling op via de 'huiswerk' link op deze pagina. (http://leren.arabisch.nu/huiswerk)
Maak bij opsturen gebruik van het volgende format: 'ZZZ t/mles X' (Vul voor X het lesnummer in)
Deze oefening vervangt de 'zeven zinnige zinnen' en is nu een oefening die je elke week moet doen.

Maak oefening 8 op blz 110. Met deze oefening, oefen je 'het geheim van Khaled' (http://leren.arabisch.nu/wp-co.....tekens.doc). Gebruik voor de hulptekens een andere kleur (niet rood, en geen blauw op zwart).

Maak oefening 8 op blz 87 en stuur deze op via deze website.

Mededelingen:
Volgende week is de laatste les.
De vervolgcursus zal 30 januari beginnen. Tijd: 19:00 t/m 22:00, locatie: ZUID57
Schrijf je hiervoor in op de website van de Volksuniversiteit Den Haag. Schrijf je in door een e-mail te sturen naar de administratie van de Volksuniversiteit Den Haag (info@volksuniversiteitdenhaag.nl).

Behandeld:

Vragen rondom huiswerk:
- De 'Alif' bij zij (3e pers. m mv.) op blz 97 spreek je niet uit. Als hier een suffix achter komt, vervalt deze 'Alif'. (zie ook paragraaf 7.4.3., blz 121, opmerking 4)

- Voor mensen gebruik je als vertaling voor 'met' مع
- Voor dingen gebruik je voor met 'Bi'

Nieuwe stof:
Paragraaf 6.2.7. (Qad wordt in dit boek verder nauwelijks gebruikt, alleen op blz 117. Dit wordt verder in deel 2 van 'arabisch voor beginners' behandeld.)
Een gezegde als 'wie zoekt, vindt' wordt in het ARabisch in de verleden tijd gezegd.
Verder wordt voorlopig 'ik at' 'ik heb gegeten' en 'ik had gegeten' op dezelfde manier vertaald. Er is wel een verschil, maar dat behandelen wij niet.

Paragraaf 6.2.8.
'ma' of ما + een werkwoord in de verleden tijd betekend een ontkenning van het werkwoord voor de verleden tijd.
ما betekent ook 'wat'. Zie de vertaling voor 'Hij begreep niet wat hij leerde' op blz 100.
Zet een kruis voor de onderste alinea van blz 100 (stuk dat begint bij 'daarnaast'). Dit komt hier niet aan bod.

Paragraaf 6.3
Deze paragraaf geeft de gangbare zinsvolgorde.
Een tijdsbepaling (vanmorgen) schrijf je liever vooraan, voor het werkwoord. (natuurlijk komt het vraagpartikel altijd helemaal vooraan)
Na aanleiding van een vraag werd door de docent benadrukt dat de vorm van het werkwoord aangeeft of er in het Nederlands 'hij' 'zij' 'ik' etc in de zin moet komen te staan. Daarom vind je in de vertaling van 'Hij is vanmorgen weggegaan' geen هو terug. Je schrijft dit alleen als je 'hij' wilt benadrukken in de zin.

De Arabische taal kent 3 categorieën woorden.

- Werkwoorden --> Deze categorie woorden veranderd afhankelijk van de verleden tijd (blz 97), tegenwoordige tijd (blz 150/151) of toekomende tijd (blz 152)

- naamwoorden (znw/bijvoegelijk nw) --> Deze categorie woorden veranderd afhankelijk van het geslacht (m/v) en (e.v., 2v (blz 82) of m.v.)

- 'Letters' (Dus, op, dan, door, of, en enzovoort) --> Deze categorie woorden is vast en kent geen vervoegingen of veranderingen in de zin.

Voor de naamwoorden is er een regel (het geheim van Khaled) die voorschrijft of er 1 of 2 hulptekens op de laatste letter komen en welk hulp teken.
http://leren.arabisch.nu/wp-co.....tekens.doc