Les 6:
Behandeling Dualis (alle ZNW (Dus ook BNW) in tweeën, hiervoor bestaan twee verschillende uitgangen) en de vervoeging van werkwoorden in verleden tijd.

De tegenwoordige tijd is gebaseerd op de verleden tijd, als je de verleden tijd begrijpt, snap je ook de tegenwoordige tijd.
De verleden tijd van de stam (3e vorm ev mannelijk) is ook de vorm die op te zoeken is in het woordenboek.
(NB: Voor nu zijn 'ik heb gegeten' en 'ik ate', in het Arabisch, hetzelfde.)

Er zijn 10 verschillende stamvormen. Stam 1 is 80% van de werkwoorden.
- Stam 1 heeft 3 radicalen, waarvan radicaal 1 en radicaal 2 altijd de fatah hebben. Dit is alleen bij de stam, niet bij de vervoegingen.

Huiswerk voor 09 mei:
- Iedereen betert zijn leven want er wordt niet voldoende en niet goed huiswerk gemaakt, zo komen we niet verder in de lessen.

- Vervoeg de werkwoorden die we hebben behandeld (op blz. 97, blz. 98 en de twee op blz. 99) volgens het model op blz. 97. Schrijf alle leestekens MET EEN ANDERE KLEUR (niet rood).
- Stuur voor zaterdagavond 06 mei de Zeven Zinnige Zinnen van les 6 op (in NL) en schrijf deze uit voor de volgende les (in AR).
- De woorden die we nu moeten weten zijn de woorden op: Blz. 40-47, blz. 52 (beneden), op blz. 61 en op blz. 76 + 77. Neem de woorden door en maak het huiswerk.