Les 8 Arabisch voor beginners 30-6-2022,

Leer de woorden in de grijze vlakken.

Luister oefening 16 op blz 66.

Lees 4.6 - 2 Vragende voornaamwoorden op blz 65, dit zal je nodig hebben om het huiswerk: oefening 6 op blz 70 te maken.

Leer de voorzetsels NAAR, OP, BIJ, WIE en MET: op blz 61.

Het werkwoord zijn wordt niet gebruikt in de tegenwoordige tijd in de Arabische taal.

4 stappen:
1. Lezen
2. Vertaal naar Nederlands
3. Beantwoord, vul in, corrigeer (hangt van de vraag/oefening af) in het Nederlands
4. Vertaal het terug naar Arabisch

*Huiswerk*
- Oefening 8 op blz 71: vertaal de acht vragen en acht antwoorden en stuur dit UITERLIJK 3 dagen voor de volgende les naar Khaled.
(H4 B71 O8)
- Oefening 3 op blz 68
- Oefening 4 op blz 68 en 69
- Oefening 5 op blz 69 (voorzetsels blz 61)
- Oefening 6 op blz 70 met behulp van vraag voornaamwoorden (zie blz 65)
- Oefening 7 op blz 70: beantwoord de vragen met behulp van het plaatje op blz 71 en de tekst op blz 60. De vragen en de antwoorden in het Arabisch vertaal je naar Nederlands en deze stuur je UITERLIJK 3 dagen voor de volgende les naar Khaled (H4 B70 O7)