We hebben de zeven zinnige zinnen van iedereen gedaan. Daarbij kwam aan de orde dat je de alif alléén aan het begin van de zin uitspreekt, verder nooit.
Ook is even kort besproken dat het mannelijk meervoud een werkwoordsvorm van het mannelijk enkelvoud krijgt mits het bekend is wie 'zij' zijn.
Als het niet bekend is wie 'zij' zijn, dan wordt het meervoud gebruikt (zie blz. 172 van Arabisch voor beginners deel 1.

Huiswerk:
Besloten is dat we nu eerst hoofdstuk 9 en 10 van deel 1 gaan behandelen, zodat we voor de kerstvakantie deel 2 in handen hebben. Vanaf januari gaan we ook weer repeteren wat we eerder behandeld hebben zoals hoofdstuk 6, 7 en 8.
Daarmee wordt het huiswerk voor 21-11-2019:
Hoofdstuk 9
1. lezen de tekst 6 In de moskee blz. 147/148
2. de woordjes leren van hoofdstuk 9 in het grijze vak blz. 149
3. de vervoegingen van de tegenwoordige tijd (zie blz. 150-152) leren van de werkwoorden uit Hoofdstuk 6, zie daarvoor blz. 97 t/m 100. In principe hebben we de vervoegingen in de tegenwoordige tijd van al deze werkwoorden al uitgeschreven en door dhr. Khaled laten nakijken; dus wie dit nog niet heeft gedaan of af heeft, zou dat ook nog kunnen doen.