Samenvatting les 16, 06-04-2023 te Den Haag.
Lesduur: 4 uur.

1. Bespreken huiswerk.
- We hebben het huiswerk van de vorige les besproken.
- We hebben het huiswerk besproken, maar zijn niet aan alles toegekomen. De rest bespreken we de volgende les.
> De zeven zinnige zinnen en de activiteiten van het weekend moeten omgedraaid!
> ﺇِنّ en haar zusje zijn letters en voegwoorden. ﺇِنّ wordt altijd gevolgd door een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord. Het woord heeft meerdere betekenissen: in religieuze teksten betekent het "Voorwaar", daarbuiten kun je het vertalen als "echt", "zeker" of "echt waar", of je kunt ervoor kiezen om het woord niet te vertalen. Mocht ﺇِنّ worden gevolgd door letters of een werkwoord, dan wordt de shadda een sukun (dus ﺇِنْ).

2. Bespreken van nieuwe stof en uitleg.
- We hebben de overtreffende trap besproken. Er zijn vier manieren om de overtreffende trap te vormen: أَفْعَلُ gevolgd door een onbepaald zelfstandig naamwoord in enkelvoud met de in-uitgang, أَفْعَلُ gevolgd door een bepaald zelfstandig naamwoord in meervoud met de i-uitgang, أَفْعَلُ gevolgd door een voornaamwoord, of een zelfstandig naamwoord gevolgd door الأَفْعَلُ.
- We hebben de kleuren en 'gebreken' besproken. Deze vormen samen een categorie van diptoten: zij krijgen altijd maar één hulpteken en de kasra = fatha. De kleuren en 'gebreken' worden behandeld als bijvoeglijke naamwoorden en staan dus achter zelfstandig naamwoorden.
- Als laatst hebben we de cijfers van 0 tot 10 behandeld. De cijfers zijn onderhevig aan een aantal regels. Bij het cijfer 'één' is het redelijk duidelijk; bij een mannelijk zelfstandig naamwoord hou je een mannelijk bijvoeglijk naamwoord en bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord hou je een vrouwelijk bijvoeglijk naamwoord. Bij het cijfer 'twee' val je terug op het tweevoud, met de uitgangen انِ en ينِ. Bij de cijfers 'drie' tot en met 'tien' is er sprake van polariteit; bij een mannelijk zelfstandig naamwoord krijg je een vrouwelijk bijvoeglijk naamwoord en bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord krijg je een mannelijk bijvoeglijk naamwoord.
> Let op: De getallen in cijfervorm worden van links naar rechts geschreven!

3. Huiswerk:
- AR: Zeven zinnige zinnen, activiteiten in het weekend, werkwoorden toevoegen aan de lijst met vervoegingen, H.9. O.9. maken, H.9. O.16. maken, H.10. O.3. maken.
- NL: Nederlandse zinnen voor social talk, werkwoord 'gaan' opzoeken: wanneer is het toekomende tijd of een gewoonte?, verschil opzoeken tussen 'ochtend' en 'morgen'.