Arabisch 2 les 2

We hebben gezamenlijk het huiswerk nagekeken. Belangrijke punten:
- namen worden niet verbogen, behalve de zeven namen van de Arabische profeten (bijv. Mohammed).
- een tijdbepaling krijgt altijd een fatha op de laatste letter (of twee bij een onbepaald woord). Zie o.a. P. 103, nr. 2 (صَباحًا).
- het verschil tussen خَرَجَ مِن (komen uit) en ذَهَبَ (gaan naar) zit hem in de richting van de actie; bij خَرَجَ مِن kom je ergens vandaan, bij ذَهَبَ ga je juist ergens naartoe.
- aardrijkskundige namen krijgen nooit een kasra op het eind, altijd een fatha (de fatha neemt het over van de kasra).
- een (of een dubbele) fatha/damma/kasra lees je aan het eind van de zin als een sukun (je schrijft ze wel!). Alleen bij de dubbele fatha met alif op het einde van de zin, spreek je hem wel uit.
- na أنَّ en haar zusters komt altijd een zelfstandig naamwoord (geen werkwoord).

Huiswerk voor les 3:
- al het huiswerk van vorige week af
- 1 zin visitekaartje
- zinnig verhaaltje van 7 zinnen
- leren woorden p. 92 en 93 voor dictee