Huiswerk:

Maak VIER zinnige zinnen in het Arabisch aan de hand van de tot nog toe geleerde stof/woorden. Leer deze uit je hoofd (dus niet voorlezen) en stuur alleen de Nederlandse vertaling op via de 'huiswerk' link op deze pagina. (http://leren.arabisch.nu/huiswerk)
Maak bij opsturen gebruik van het volgende format: 'ZZZ t/mles X' (Vul voor X het lesnummer in)

- Let op, laat je vier zinnige zinnen eerst in de les controleren, in de daarop volgende week leer je ze uit het hoofd! Elke les heb je dus de 4 zinnen die je voor de volgende week moet leren al klaar om te laten controleren.

- Zoek op wat diptoot betekend.
- Paragraaf 7.8 lezen t/m 'Ja ik heb de Libanese nationaliteit'. Maak deze zinnen van toepassing op jouw situatie 'Ja ik heb de Nederlandse nationaliteit'. Over twee weken moeten we deze zinnen uit ons hoofd kennen.
- Hfst 7: Oefening 1, 2, 7, 9 en 10 (in deze volgorde. Blz 128, 129, 131, 132)

Mededelingen:
Geef aan welke avonden je vanaf 22 mei t/m 22 september les kan hebben en welke niet. (Ramadan, vakantie etc)

Het les overzicht voor de komende weken is als volgt:
Week 13 - 27 maart - Les 7
Week 14 - 3 april - Les 8
Week 15 - 10 april - Les 9
Week 17 - 24 april - Les 10
Week 19 - 8 mei - Les 11
Week 20 - 15 mei - Les 12

Behandeld:

Vragen vorige les/huiswerk:
- Voor de uitleg bij de eerste twee vervoegingen van oefening 8, vader en broer, zie blz 122, opmerking 6
- Blz 119: voor de twee opties bij 'mijn' geldt: 'ي' bij zelfstandige naamwoorden of voorzetsels, 'ني' geldt alleen na werkwoorden.
- Je mag alleen een 'ن' met sjadda schrijven als de eerste 'ن' een sukkon heeft, gevolgd door een tweede 'ن' met een fatha/damma/kasra. Anders schrijf je gewoon twee nuns achter elkaar.
- Na 'Lakinna' volgt altijd een zelfstandig naamwoord.

Nieuwe stof:
Paragraaf 7.6

Paragraaf 7.7