Tijdens de les hebben wij oefening 5 (hoofdstuk 2) gecorrigeerd. Daarna hebben we onze zinnen geoefend.

Huiswerk voor volgende week:

1- Zorg dat alle oefeningen van hoofdstuk 2 af zijn

2- Conversatie zinnen: deze keer moeten we zes zinnen schrijven, iedere zin moet beginnen met een vragend voornaamwoord (zie pg. 65 boek 1). Dus 1 zin per vragend voornaamwoord (vergeet ze niet voor de les te mailen). Vanaf nu in de les gaan we niet 'in een rondje' met onze zinnen, maar stellen we iedereen een vraag (voorstel was dat je dan ook gerichte vragen kan stellen als je wilt, bijvoorbeeld over iemands familie of werk).

3- Daarnaast moeten we een gesprekje bedenken die vaak voorkomt in ons eigen dagelijks leven (bijvoorbeeld koffie bestellen, of een praatje maken met een collega). Schrijf dit gesprekje uit in een korte conversatie, en vertaal in het Arabisch.